Subversive bookfair in Brussels

Icon

Subversieve boeken, geen consumptiegoederen

Als we denken aan “subversieve boeken”, dan zijn dat niet die boeken over jeugdige rebellen beschikbaar in eender welke boekhandel in de grotere steden, die in onze gedachten opkomen. Het zijn evenmin die boeken min of meer kritisch uit onze omgeving of van de universitaire bollebozen, maar eerder voorbeelden zoals die van Severino di Giovanni opgepakt op 29 januari 1931 terwijl hij een zetwerkplaats verliet waar hij was voor de drukvormen van een boek van Reclus. Ondanks dat hij, gedurende 4 jaren, de meest gezochte persoon was van Argentinië voor verscheidene onteigeningen, aanslagen, en eveneens voor zijn agitatie, zette hij zijn vrijheid en leven op het spel om de drukvormen te verkrijgen die hij nodig had. De drukkerijen werden in het vizier genomen en werden goed in het oog gehouden, maar, voor een nieuw boek, was het de moeite om het risico opnieuw te nemen. Enkele maanden daarvoor had hij zijn doel bereikt om een eigen drukkerij op poten te zetten waar hij boeken, naslagwerken en tijdschriften kon drukken dankzij het geld van een recente onteigening. Nochtans gebruikte hij maar een klein deel van de buit; het overgrote deel was voor de solidariteit met opgesloten kameraden.
Wij denken ook aan Jann-Marc Rouillan, Oriol Sollé en aan de andere kameraden die, aan het begin van de jaren ’70, banken overvielen en drukkerijen onteigenden om zo het noodzakelijke te bekomen om boeken te kunnen drukken in Toulouse en ze clandestien over te brengen naar Barcelona en andere regio’s van de Spaanse staat.
Of nog aan een voorbeeld onder de meest inspirerende, die van de jonge anarchisten van Bialystok die tijdens de eerste jaren van de 20ste eeuw niet enkel de bourgeoisie en politie terroriseerden, maar ook een groot deel van hun energie en middelen wijdden aan de vertaling, het drukken en het transporteren van geschriften. In 1905 onteigenden ze 330 kg drukmateriaal om Anarjiya op te zetten, de eerste anarchistische drukkerij in Rusland: een clandestiene drukkerij voor hun eigen publicaties en boeken. Mettertijd doen vele Russische anarchisten hen deze daad na, bewust dat de gevangenis, de verbanning, de dwangarbeid of de dood zich aan het einde van de weg konden bevinden.
Voor vele anarchisten wereldwijd was het drukken, doorgeven en verspreiden van boeken even riskant als het vervoeren van wapens of explosieven; omdat ze deels wapens waren, en zeer krachtige wapens.
Hier, onder anderen, de voorbeelden die in ons op komen… Zoals het voorbeeld van die personen, op de vlucht voor de repressie, die een drukkerij opstartten in een grot van het Oeralgebergte. Het zijn maar enkele voorbeelden van de innige relatie die zich kan smeden tussen boeken en de subversie. Voorbeelden die ons niet enkel inspireren omdat die boeken -waarvan het overgrote gedeelte als gevaarlijk werden beschouwd of simpelweg verboden waren- clandestien gedrukt en verdeeld werden; elk verbod aan zijn laars lappend en zich ver verwijderd houdend van elk verband met de consumptielogica waar tegenover vandaag geen ontsnappen mogelijk lijkt. Maar ook omdat het geheel van de ontwikkeling van die drukprojecten, de wijze waarop die machines en hun projecten in het werk werden gesteld, alsook de hoop en de geest van strijd, van een andere wereld lijken… Maar niet voor de gehele wereld.
Veel hedendaagse uitgave- en drukprojecten, maar ook van tijdschriften en andere publicaties zijn geïnspireerd door deze geest die vroeger overvloedig aanwezig was en waarvan deze voorbeelden slechts enkelen zijn. Door te proberen niet deel te nemen -maar ook door te proberen ze op te blazen- aan het proces van productie/consumptie, aan de logica van de winst, aan de relaties van commercie en arbeid, willen we deze geest terugbrengen, welbegrepen dat een radicale boodschap gedragen moet worden in een vorm van verspreiding van hetzelfde niveau.
We kunnen begrijpen dat er projecten voor de uitgave en verspreiding van anarchistische boeken zijn waarvan sommigen willen leven. We kunnen deze projecten, gezien en geleefd, gedeeltelijk begrijpen als een bescheiden manier om zijn brood te verdienen, in een wereld waar loonarbeid en de levensmogelijkheden binnen de lijnen van het systeem ons opgelegd worden. Maar we moeten ook in rekening brengen dat we andere levensvormen zoeken, waarin onze levens en onze strijden in totale verstrengeling met ons alledaagse leven zijn en ver verwijderd van de relaties van productie en consumptie; en dat past niet in de idee van te werken in wat voor ons een extra hulpmiddel in de strijd is, een extra wapen in deze sociale oorlog.
Onder onze doelen bevindt zich de verspreiding -het meest toegankelijk en breed mogelijk- van ideeën, voorstellen, hypotheses, interpretaties vanuit een radicaal standpunt. En we denken dat dat moet gebeuren vanuit een breuk, de meest radicaal mogelijke, met de vormen die het kapitalisme ons aanbiedt om deze taak te volbrengen. Het is daarom dat het ons belangrijk lijkt om de commerciële verspreding die de prijzen opdrijft, de logica om boeken 10 keer duurder te verkopen dan hun aanmaakprijs, de verering van de grote boekhandels, het gebruik van controle- en nummeringscodes -of ze nu een commercieel of classeringsdoel (barcodes, ISBN enz.) hebben-, de auteursrechten (en alle “copy machines“), enzovoort, te weigeren. Wij denken dat het nodig is om meer directe manieren van verspreiding via distro’s met revolutionair materiaal aan te moedigen, om projecten van anarchistische drukkerijen te ondersteunen, en om duidelijke te maken dat ons materiaal tot doel heeft om te leven en gereproduceerd te worden op de manier die het meest passend wordt geacht. Maar ook de autonomie van onze projecten in termen van vertalingen, nalezen van teksten, de opmaak, het grafische, verspreiding en -zo veel als mogelijk- het drukken aan te wakkeren; dat alles parallel -in de mate van het mogelijke- met de steun aan andere projecten zoals de sociale bibliotheken, bibliotheken voor gevangenen enz.
Misschien lijkt deze tekst vol pretentie voor sommigen terwijl ze voor anderen basisch lijkt. Maar voor ons is het belangrijk om ook daar over te praten wanneer we het hebben over boeken en hun subversief potentieel.

Bardo, augustus 2011

Des livres subversifs, pas des biens de consommation

Quand nous pensons à « livres subversifs », ce ne sont pas ces livres de rébellions juvéniles disponibles dans n’importe quelle librairie des grandes villes qui nous viennent en tête. Ce ne sont pas non plus ces livres plus ou moins critiques issus de notre environnement proche ou des têtes-pensantes universitaires, mais plutôt des exemples comme celui de Severino di Giovanni lorsqu’il fut capturé le 29 janvier 1931 alors qu’il sortait d’un atelier de linotype où il avait eu à faire avec des matrices d’un livre de Reclus. Malgré qu’il ait été, pendant 4 ans, la personne la plus recherchée d’Argentine pour diverses expropriations, attentats, ainsi que pour son activité d’agitation, il risqua sa liberté et sa vie afin d’obtenir les matrices dont il avait besoin. Les imprimeries étaient dans la ligne de mire et restaient bien surveillées, mais, pour un nouveau livre, ça valait la peine de prendre à nouveau ce risque. Quelques mois auparavant, il avait accompli son objectif de mettre sur pied sa propre imprimerie où il pourrait imprimer livres, opus et revues grâce à l’argent obtenu par une récente expropriation. Cependant il n’utilisa qu’une petite partie du butin ; réservant la majeure partie pour la solidarité avec les compagnons incarcérés.
Nous pensons aussi à Jann-Marc Rouillan, Oriol Sollé et aux autres compagnons qui, au début des années ’70, braquaient des banques et expropriaient des imprimeries afin de disposer du nécessaire pour pouvoir imprimer des livres à Toulouse et les passer clandestinement à Barcelone et dans d’autres régions de l’Etat espagnol.
Ou bien encore à un exemple des plus inspirants, celui des jeunes anarchistes de Bialystok qui, durant les premières années du 20ème s., ne terrorisaient pas uniquement les bourgeois et les gendarmes, mais dédiaient aussi une grande partie de leur énergie et de leurs moyens à la traduction, à l’impression et au transport de matériel écrit. En 1905, ils exproprièrent 330 kg de matériel de typographie pour monter Anarjiya, la première imprimerie anarchiste en Russie : une imprimerie clandestine pour leurs propres publications et livres. Au fil du temps, bien des anarchistes russes répétèrent ce geste, conscients que la prison, l’exil, les travaux forcés ou la mort pouvait se trouver au bout du chemin.
Pour bien des anarchistes de par le monde imprimer, faire passer et distribuer des livres étaient aussi risqué que de transporter des armes ou des explosifs ; car en partie, c’étaient des armes, et des armes très puissantes.
Voilà, parmi d’autres, les exemples qui nous viennent en tête… Comme l’exemple de ces personnes en lutte qui, fuyant la répression, montèrent une imprimerie dans une grotte du Mont Oural. Ce ne sont que quelques exemples de la relation étroite qui peut se tisser entre des livres et la subversion. Des exemples qui nous inspirent pas seulement parce que ces livres -dont la plupart était considéré dangereux ou était tout simplement interdite- étaient imprimés et diffusés clandestinement ; faisant fi de toute interdiction et s’écartant de toute relation avec la logique de consommation face à laquelle il ne semble pas y avoir d’échappatoires aujourd’hui. Mais aussi, parce que l’ensemble du développement de ces projets d’éditions, la manière dont étaient mises en marche ces machines et ses projets, aussi bien que l’espoir et l’esprit de lutte, semblent être d’un autre monde… Mais pas pour tout le monde.
Beaucoup de projets d’éditions et d’imprimeries actuels, mais aussi des revues et autres périodiques, sont animés par cet esprit qui jadis abondait et duquel ces exemples n’en sont quelques uns. En essayant de ne pas prendre part – mais aussi en essayant de le dynamiter- aux processus de production/consommation, à la logique du profit, aux relations commerciales et de travail, nous cherchons à ramener cet esprit, étant donné qu’un message radical se doit d’être contenu dans une forme de diffusion à sa hauteur.
Nous pouvons comprendre qu’il y ait des projets d’édition et de distribution de livres anarchistes desquels certain.e.s veulent vivre. Nous pouvons en partie comprendre ces projets vus et vécus comme une modeste manière de gagner sa vie, dans un monde ou le travail salarié et les possibilités de vie à l’intérieur des marges du système nous sont imposés. Mais, il faut aussi prendre en compte que nous cherchons des formes de vie différentes, dans lesquelles nos vies et nos luttes sont en interpénétration totale avec notre quotidien et éloignées de relations de production et de consommation ; et cela ne cadre pas avec l’idée de travailler dans ce qui est pour nous un outil de lutte en plus, une arme de plus dans cette guerre sociale.
Parmi nos objectifs se trouvent la diffusion –au plus accessible et au plus large au mieux- d’idées, de propositions, d’hypothèses, d’interprétations depuis un point de vue radical. Et nous pensons que cela doit se faire depuis une rupture, la plus radicale possible, avec les formes que le capitalisme nous offre pour accomplir cette tâche. C’est pour ça qu’il nous paraît important de refuser la distribution commerciale qui augmente les prix, la logique de vendre les livres 10 fois plus cher que leur prix de fabrication, le culte des grandes librairies, l’utilisation de codes de contrôles et de numérotation –qu’ils soient à finalité commerciale ou de classement (codes barre, ISBN etc.) -, les droits d’auteurs (et tous les « copy machins ») etc. Nous pensons qu’il est nécessaire d’impulser des manières plus directes de distribution via des distros de matériel révolutionnaire, de soutenir les projets d’imprimerie anarchiste, et de rendre clair que notre matériel a pour but de vivre et d’être reproduit de la manière jugée la plus adéquate. Mais aussi fomenter l’autonomie de nos projets en terme de traductions, rédaction de textes, mise en page, graphisme, distribution et –tant que possible- l’impression ; le tout en parallèle –dans la mesure du possible- d’un soutien à d’autres projets comme les bibliothèques sociales, bibliothèques pour prisonniers etc.
Peut-être que ce texte paraitra prétentieux à certains tandis que pour d’autres il sera basique. Mais pour nous, il est important d’aussi parler de ça quand nous nous référons aux livres et à leur potentialité subversive.

Bardo, aout 2011

Along lines of rupture

Something weird happened. Only a few years ago discussions about a possible subversion of this society were always followed by this one remark. As if it was necessary to first agree about this premise, to avoid getting stuck in inevitable cynicism. “But we are never going to see it happen ourselves” or “If it will ever happen”. This “never” or “one day”, two sides of the same illusion, kept the anti-authoritarian movement on life support. They prevented us from putting certain issues on the table. They drew invisible boundaries around our activities. And maybe rightly so. Maybe we couldn’t do more than keeping certain ideas and practices alive in the shadows of the society, in the margin of the political protest movements. Maybe the (repressive and ideological) reaction on the struggles of the ’70s and ’80s has left us dumfounded for the past two decades. The society of the ’90s and ’00s left little space to breath. However, something has changed. Despite my young age, the thought persists that the “social situation” isn’t the same anymore. That also an “anarchist perspective” cannot be the same anymore and that there are already different experiments exploring some new possibilities. I write “despite”, but maybe it is rather because of my young age that I want to see change. In twenty years it will turn out that the world is still turning and the same authoritarian mechanisms of exploitation and oppression are doing their work with some minor adjustments and some patching. But then let it be because our enthusiasm didn’t make it against the conservative society. And don’t let it be because we were silent when we should have spoken, because we whispered when we should have screamed. Don’t let it be because we were empty handed, like a beggar by the side of the road hoping for a crumb of protest while Progress passed by. While we could have picked up a stick and at least for a moment interrupted this macabre circus.

 

To put our anger on paper and our desires in words, we often turn to writings that date from long before our own births. These anarchist pamphlets from ages ago are sometimes blamed for being outdated. But exactly that is their strength. Instead of being the application of a sterile pattern, a reproduction to demonstrate their own truth, they are placed on the cutting edge between total critique and being present and aware of the specific circumstances. Nonetheless we have to be able to understand the contemporary specific circumstances. In the social situation we witness today after the neoliberal ideological attack on the welfare state in the ’90s, when they started with the actual demolition of social democracy using the economical crisis as blackmail (perversely enough triggered by the neoliberal ideology). Education, health care, culture, public transport, city planning, all have to show rather than their electoral profit, their economical profit. On all terrains there have to be cut-backs, only the structures of repression are saved (although also prisons and the security sector are partly privatized). While the European masters Merkel, Sarkozy and Cameron come to tell us that the multicultural society has failed. In short, no more soft integration, social reforms and subsidies, the distribution of power between the leaders of social movements and communities. The social peace will be more and more forced upon us with physical force while more people are falling overboard. Facing the certainty that poverty is on the rise or is consolidating (no perspective on upward social mobility), where certain groups of people don’t seem to be welcome in this society.  When only (decently) paid work gives access to social integration, the prison becomes a place where many will certainly pass several times in their lives; the street conflicts between law enforcement and youth have become continual.

The insurrections in North Africa and their revolutionary undercurrent find also resonance on the other side of the Mediterranean. The echoes found in the majority of the media coverage are as more often, probably the least interesting. The occupations of the squares in Spain (and other countries) and the calls for “real democracy” seem often to be nothing more than acts of despair from lefty voters who remain confused since the social-democratic parties themselves have buried the project for a social democracy. However, it remains something to sympathize with when people take the time and space to put, maybe not everything but, a lot into question. Nonetheless it is naive to stop there: pacifism and consensus in the general assembly have already has already taken up too much time and space.

There are even people who dare to say that the insurrections in the Arab world were pacifist and were organised through the internet. The Western media had for obvious reasons  a lot of interest in the Tahrir square, but something tells me that it was mainly the cities and villages where all the official institutions of power (party headquarters, government buildings, police stations) were attacked and burned that forced the regimes on their knees. And as far as those who tried to follow Twitter during the insurrection in Egypt, must have been as bored as following the endless news headlines on Al-Jazeera (who was mainly reporting from Tahrir square).

Beyond the limits of the ongoing disorder, there are some encouraging variables. Such as the great silence from Greek State during December 2008, the French banlieues in 2005 and other social conflicts against the State. And there the possibilities of recuperation are seriously limited. Furthermore democracy itself shows an unwillingness to come up with answers besides fierce repression. Even faced with the “Indignant” good citizens, the baton ruled. Probably the State has chosen now a scenario where it encourages the war of all against all (or community against community). A tendency that is already present and on other continents in full development. In such a game the State grounds its own legitimacy in the role of referee (and not necessarily a neutral one).

 

Let me put it clearly that I’m not searching for the formula that is applicable to the social context and inevitably leads to the solutions for all problems. Neither that the specific context is the same everywhere. With some amusement but also with a dose of outrage, we have seen that the illusion of the historic determinism still continues to live. And that their prophetic words still captivate a lot of people. There are those who have predicted insurrections or civil war while pointing out that it was already happening. There are those who cannot stop speaking about the multitude or direct democracy and both existing in the future. Capitalism would have been so favourable for  us to create the base for her own negation. We would only have to brush her off through a kind of construction of self-awareness, basically a political project. I understand that all kinds of Marxists (post-, neo-, fans of the young Marx, or the Marx of the discourse about the Paris Commune …) were confused after it came out that their revolutionary subjects transformed into the target groups of clientelism and social-democratic reforms. Some maybe changed ideologies out of more pragmatic reasons (repressive pressure, the carrot of the academic career, the empty member lists …). Either way, a part of them threw dialectics overboard. They embrace now immanency. The same philosophical trick with which also Christianity tried to renew itself. Once it was clear for everyone that there was no God above us that can punish and reward us, and that living without a God is possible, they told us that God is everywhere (however mainly in the ‘good’ things) and that we don’t have to consider God as an almighty figure (although they told us so for centuries). And so is Communism no longer the result of a violent, political occurrence; the Revolution. But is it already present and we only have to bring it to its full consciousness. Like this also the most interesting part of dialectics disappears, namely the rupture. That moment where it becomes clear who is part of the revolutionary force and who shows an interest the preservation of this society. In the Marxist version, it is not possible at all to talk about a choice but only about economic interests (otherwise the revolutionary subject and the inevitability become irrelevant). Without the rupture on content, the multitude as well as the civil war cannot guarantee that they are not just a continuation of the capitalist project, that they are not just new appearances of authoritarian mechanisms. We have to be able to acknowledge that since the birth of capitalism and of the State, both are rather successful in suffocating resistance by reinventing themselves. Through recuperation and repression (and if necessary by sacrificing a part) they were able to adjust and keep alive. And it is because they are not a parasitic creature, but proliferate into all social relations, that they were successful. That is why the (individual) revolt is so important together with the critique of all authority and the will to engage in different social relations. During as many moments as possible we have to affirm this rupture to prevent that we as individuals and in our struggles are dragged into authoritarian machinations.

 

Democracy is no longer an insurmountable horizon, it is no longer obvious. The social peace becomes more and more an imposed peace through the blackmail of work (and the access to money to survive and to “live”/consume) and through repression. It no longer suffices to want to strike cracks in the wall of social peace. I think the stakes are higher today. The social peace already shows a lot of cracks and holes. An anger and dissatisfaction wanders around. And the religious and nationalist preachers are ready to recruit. We have to be ready to show that solidarity, self-organization and direct action can reinforce us. That those are living ideas that can give us strength against the emptiness of capitalist existence. We have to be able to link groups that are socially or geographically separated. We have to develop a creativity of acts to attack the authority in all its forms and especially to take the conflicts from their traditional territories and render them a bigger dimension. Today we can say “We want revolution” because it is not an empty word, but a word that we give every day more meaning.

The old internationalist tale

Having a fast look at the era of the first International and the revolutionary brotherhoods which in those days were able to stimulate and stir up a permanent insurrectional tension across the borders, tells us a lot about the paradoxal situation we are now living in. Never before have there been so many means of transport, travel and communication, never before were the curcumstances in different countries so much alike and yet it seems as if we, anarchists and revolutionaries, have never been so much attached to the stately borders. Paradoxaly it seems as if the globalisation of the domination goes together with the de-internationalisation of its declared enemies.

It´s not that all left-overs of the old internationalist tale have been swept away, but let´s be frank: it´s a dim situation. We don´t really get any further than solidary pats on the back and in the best case some sharing of experiences and projectualities. Simply having a look at the shameful lack of perspectives around the insurrections across the meditarenean (or, as you wish, around the revolt of december 2008 in Greece) is sufficient to become aware of this.

As the domination has transformed communication into a ware, into a numbning and alienating instrument, it has equally eroded the dream of the revolutionary internationalism. Today it seems as if the only internalitionalism present in anarchist circles is to be found on the worldwide web distributing passivity, by means of her endless stream of information which is un-understandable (because it´s been detached from its context and from all life), untouchable (because it´s meant to be simply consumed from the screen) and evaporating (because it drowns in the middle of a true databombarding). As well as deeply altering our whole concept of time and space. What was still news today, has already been forgotten tomorrow. And the faster the over there can reach over here through the information chanels, the lesser the over here seems able to dialogue with the over there. It goes beyond doubt that a renewed internationalist perspective is as well in an urgent need of developing a new way of experiencing and conceiving time and space. If not it is doomed only to flourish in the time and space frame of the domination. We could even make a parallel with the old International: in those days the nation-states were fully growing and the creation of an international space was at itself already a rupture with domination.

In which ways can internationalism, international revolutionary solidarity, become again a force which leaves behind its current technological and activist mutilation? We should confront this question again, unless one believes that the universal entrenchement of domination, requires a local microcosmic rooting of its opponents.

Not so long ago there were anarchists who attempted a new sort of International, a project which clearly crashed in a premature way. We think that the re-evaluation of internationalism doesn´t start by means of some sort of formal organisation (even if it declares itself informal), but through the conscious multiplication of opportunities, in discussion as well as struggle. Not only do we all know how important and stimulating the exchange of struggle experiences can be. If it is true that the social instability will contunue to increase during the coming times, and if it is true that the period of 30 years of peace on the european continent is coming at its end, it goes beyond doubt that the development of hypotheses has become of a current interest again. When reading those texts circulating inside of the antiauthoritarian brotherhoods during the times of the International, you could almost speak of an obsession for hypotheses, a permanent sensing (on theoretical as well as on practical terms) of the social horizon for opportunities to light the fuse and prepare the insurrection. Today, it is not only their revolutionary eagerness, neither their untamable enthusiasm which speaks to us, but also their courage to be wrong, to loose, to suffer a defeat (or rather, a series of defeats). When today one is not willing to bang ones head against the wall (which is a constant possible consequence of bringing the utopian desires inside the eye of the storm), can better occupy themselves with the pure comtemplation of the events. Because the complexity of the coming conflicts; the tension as it was described by some, between social war and civil war; the loss of language to express ideas and dreams; the profound and undeniable mutilation of individuals are no longer plain predictions, they have become facts. It´s up to us to find the courage to dream, to dare living the tension by trying to bring them to life, by elaborating them in revolutionary and insurrectional hypotheses; whether they sprung out of a situation which is ready to explode, or from a specific struggle which has lead towards the outcome of attack, or from a courageous attempt to insurge against the parade of slaughter and civil war,…

An example might clarify these words. The insurrections at the other side of the Meditarrenean have temporarily forced open the gates of Europe. Tens of thousands of people illegaly crossed the borders and many of them still with the sweet taste of revolt in their mouths. Regarding this completely new and unpredictable situation, it is not enough to take out our trusty recipes about struggles against closed centres, against borders. Armed with our experiences of struggle, we might have been able to really and concretely think about an hypothesis which could have, through those tens of thousands of people, actually brought the insurrection on the european continent. This counts as well for the period of insurrections in Tunesia, Egypt,…: which initiatives could we have taken to light the torch of the insurrection over here, or how, more modestly, could we have defended and supported the revolts over there? Why did we, aside from the symbolical, did not actually and definitively occupy the ambassieds of those countries and chased away the ambassadors which, especially in the case of Lybia, were actively recruting mercenaries to slaughter the insurgents in their own backyard? I suppose this immediately clarifies the need for an internationalist approach of possible hypotheses. Let´s take a different approach. How many times, during specific struggles, did we not bump into moments in which we were simply in lack of a sufficient amount of comrades (quantatively as well as qualitatively) to try out what seemed possible? We shouldn´t fool ourselves, during numerous insurrections in Europe, it was never only comrades living there who engaged! How many times could the tightening grasp of repression during a specific struggle (intesifed surveillance on the engaged comrades, pressure, limitation of freedom of movement and wasting time in dealing with the watchdogs of the state)  have been solliced by the arrival and temporary stay of a few other comrades? I believe we should face these questions without aprioris and fear, and look for possible roads. We can imagine experimenting with international forms of coordination without grasping back to formal declarations, official congresses or, which is in some way the reverse of the medal, total secret conspiracy which only feeds the ghosts of the international of the examining inquisitors. Maybe we could, for example through a regular bulletin of correspondance, consider the development of a temporality and space of our own which is no longer dependant on the information channels which have the stinking smell of the power sticking on them.

Undoubtably much more is to be said about this issue. I am aware that this text is only throwing some rocks in still water, but here’s the hope that they can contribute to a discussion which dares opening up some possibilities.

 

A traveller

In the cage of dogmas…

It hasn’t only been social pacification that has kept our revolutionary imagination in a strait-jacket for years and years. It hasn’t only been the world of power and money that has suffocated our wildest and irreducible dreams and exchanged them for merchandise for our immediate consume. It hasn’t only been the theatre of democratic opinions has stunted the growth proliferations of our ideas. It has also not been the reactionary shifts everywhere around us that have muzzled our mouths and made us swallow our deepest words, thoughts and desires.

It has as well been the dogmas from our own movement which have kept our hands bound together for years, have gagged us, have been a millstone around our neck. For too long have we believed that “propaganda” equalled evil because we didn’t want to appear like Stalin or Hitler. Far too long have we believed that we shouldn’t spread around our ideas, simply out of fear of appearing as missionaries. Exactly because of this there has been a lot of water poured into the anti-authoritarian wine, not to offend anyone. For a long time, too long, have we blindfolded ourselves and believed that our ideas are not accessible, not understandable for “the masses”. We have long forgotten that our path of liberation sprung out of our individual desire towards freedom and experimentation, and that the confrontation with the anti-authoritarian ideas gave us a solid push forward. Locked up in our ghettos, inhaling its air dense with the thought that we were infinitely and completely different than all of the others. Therefore it is not surprising  that the traces of these ghettos can still be found in the young movement that has broken out of it. It is not surprising, but it remains quite a pain in the ass. It prevents our pride to grow and blossom, to stand on antiauthoritarian bases, as anarchists in the open air, in the world. The ghettos have caused us to no longer be able to express what is living inside of us, it has made us regard ourselves as being marginal outsiders. Inside of the ghettos, it was forbidden to think, because thinking equalled being intellectuals. It was forbidden to write because writing was supposed to be uniquely reserved for university students. And through this road we perfected the practice of using different words depending on the person in front of us, or the direction the wind was blowing, always being carried by the wind.

For all of us who at night indulged in fantasies about revolution, it was hard to keep this dream alive. The world around us kept on marching the totalitarian road. Comrades have told us to bury our youthful dreams, because anyway it was pointless. To desire a revolution, was said to equal awaiting the final act. We could also not speak  about a desire for revolution because this was supposed to equal talking about fairy tales to people, it equalled selling strong-worded bags of air. Some comrades decided they didn’t want to wait any longer but forgot that this didn’t need to imply putting our revolutionary dream in the closet. Acting in the here and now is sometimes limited to  seizing the day, period. Carpe diem doesn’t need to imply that there is no future. Moreover, the conquering of the here and now is the only road that can lead us towards a free future. And this is what we are fighting for.

And so it came that some issues were walled up in our heads. So we started to believe that we couldn’t make propositions towards the others, those not belonging to our club. Simply because we didn’t want to be politicians, authoritarians. We knew that self-organisation was entwined within our hearts, but didn’t want to enrich others with our experiences, prudish as we were. So we forgot that maybe there were others who could enrich us. We built cement blocks around our feet out of fear to be something that we didn’t want to be (and anyway are not).

Dogma after dogma, another one was added to the list: it was told that we shouldn’t get overexcited when hearing the news about revolts, we should all keep in mind and sometimes even say out loud that those were not anarchist revolts. We are not fond of the masses, in struggle we don’t wait around until the day we are supposedly enough, we prefer individually shared roads than collective anonymity, the development of liberating ideas over an expanding vagueness which is the ideal soil for new leaders, but… A large group of human beings is not necessarily a mass, it is also a group of individuals. It doesn’t make any sense to negatively qualify a revolt because it concerns a large group of people. Measuring its actors time after time by use of the anarchist criteria transforms anarchism into a whining and paralysing opinion, kills the livelihood of the struggle inside of her.

Last but not least, solidarity was stamped with the label of activism, instead of making an attempt to give it a revolutionary content.

 

…the wind of insurrection helps us to break free…

The current events have stirred up something deep inside of us. Inside of many of us this old dream has been tickled again: this dream of fighting for freedom. Half naked, but all of us baggage of experiences, we try to think about insurrection, and revolution. Quite few are those saying that the uprising stirred up in the North of Africa and in the Middle East is none of our concern. Why would we concern ourselves with what’s happening in continents that we are not living in? First of all let’s state clearly that we are not just talking about events, but about popular uprisings, about people that organize themselves, that aim against the power, against the oppression they have been living for years. If we as anarchists cannot recognize ourselves in this act, we can better ask ourselves where our lust for struggle is, dried up by lack of desire. Secondly we are internationalists, so we should eradicate the borders that the ever growing nationalism has cut deeply into our heads. Furthermore these uprisings have a certain magical character for us as well, here and now. These uprisings have stirred up the thought of insurrection. These brave people at the other side of the Mediterranean and elsewhere have helped us to break down the walls of our horizon, and this counts for many others as well. In the city we are living in, the word revolution has found a previously unknown echo. In the end there is no one who can deny that the situation over there is firmly connected to the situation over here. Not only are the politicians and capitalists the leaders everywhere, our situation is connected to the situation there no matter from which place in the world. The uprisings in  Northern Africa have for example breached for a moment the gates of Fortress Europe. The fall of Ben Ali and Moubarak, the armed threat to Qadhafi’s power, translates itself also in the disappearance of the authority which aided Europe to guard its heavenly gates, even temporarily. Lampedusa fills up, Berlusconi hands out temporary visas, France stops trains at the border, in Paris there are Tunisians occupying buildings, Belgium asks for an intensification of the border control, and so on. The situation in the countries we are living is changing de facto by the uprisings.

At the same time, there is something brewing on the continent of Europe. Protests against austerity measures and  the final dismantling of the welfare state as we know it. From Portugal through to Spain, to France, England, Croatia, Serbia, Albania, Greece. Everywhere in Europe there are many who see the dreams in which they were made to believe (working hard, consuming, retirement and a lifetime of savings, for a well deserved resting time) vanish into thin air. We could read the signs of a disaster, and get stuck on the thought that this historical moment will end up fuelling the hate for the foreigners, present everywhere. Pogroms, massive deportations, and who knows what more. But there is as well a chance that the recent events can stir up something different, something different than protectionism and racism. Might there be a chance that these heated and potentially explosive situations start cross-breeding with each other?

Another doom scenario is one already brewing for years: the construction of new prisons and deportation camps everywhere, the erection of cameras, the expansion of the control and the repressive apparatus, the penetration of technologies of control in the entirety of “social life”. An answer given by the states towards insurrection is of course: repression. But the moment of an uprising opens up many possibilities, the many escaped prisoners during the last months can testify to this. It becomes quite easy to dismantle the repressive infrastructures of the enemy during an uprising. They are experimenting with measures to keep the metropolis under their control, but what if their network of cameras doesn’t function anymore? There are no metropoles in which the cops are loved, there are no metropoles you can say are fully under control of the state.

 

… and to give back the content to our practices…

There used to be times in which certain words and practices could not be separated from their revolutionary content. It seemed so easy to talk about the world with the help of anarchist ideas.

There used to be times when the antiauthoritarian ideas and practices aimed at the realization of our ideas were fully alive.

Today people might consider solidarity with revolts and imprisoned comrades as activism, while solidarity is an essential part of every insurrection and revolution, and so it is as well for every revolutionary project. When the insurgents in one city come on the streets out of solidarity with another city, we shouldn’t put this too much into question. It is a necessary part of the revolutionary practice.

Nevertheless, today we get often stranded in endless and muddy descriptions of all of the ugliness that can be found in this world. For example we rightfully interact after a murder by the cops, but often don’t get any further than expressing that we are against prison, against cops and the state. We don’t share the basis of our will: to act with other people, our desire for a world without authority. In the city we are living in there is for example almost nobody to be found who loves the cops, nor prison. Continuing to repeat that we are against prison will not help us to go much further in this case. We’ve got more to say, much more.

Besides, the fact is that today a big part of the faces of the state’s enemies have become recognizable for many, with whom we can talk about many other issues. About issues stimulating the subversion of the society.

 

… in a struggle armed with a revolutionary perspective…

What do we need for an insurrection or revolution? What do we need to appropriate, and which appropriation can we stimulate? How can we fuel the revolutionary imagination? How can we make the antiauthoritarian ideas and practices imaginable and alive? How can we take care that we start off from a strong base, a base of quality, rather than quantity. How can we stir up the existing conflictuality and mix in our ideas? How can we stimulate self organization on the basis of affinity and therefore fuel solidarity? How can we leave the borders behind  and become internationalists? What about our knowledge of the lands we live in? Can we experiment with other ways of struggling other than a specific struggle? How can the specific struggle cross-breed with the ongoing conflicts that develop outside of that specific place? Can we stimulate and push forward those moments in which the lines become clear, the lines between those who fight in defence of authority and those who struggle against it?

A project with a revolutionary perspective does not aim at victories, but it is a permanent event. By far this does not mean acting without thinking. The thoughts about where, when and how cannot and should not be thrown aside in the corner of “pure theory”.

The concrete realization of a struggle with this perspective differs from context to context. The conscious use of methods depends on the choice of comrades, as well as on the context in which they act. Many of us have reclaimed many means; it is up to us to think in which way we want to use them.

We have already been noticing that the world revolution is expressed by many different mouths, and the content of their revolutions scares us often away (we are already fed up by the indignatos and their unstoppable capacity to recuperate). When we are talking about revolution, we cannot detach this from the ideas that inspire it. Revolution without content is a dangerous shell, but this doesn’t imply that we should be prevented from facing the present challenges. Those challenges, they are there. They are popping up as flowers right in front of our eyes. We will not pour water into our wine, but understanding that the situation is neither black nor white (there are just a few anarchists, but there are many people who desire freedom and who are fed up with this disastrous existence) enables us to try, to discover. We inevitably have something to offer. Years of experiences of struggle (be it in the squatting movements or in specific struggles for example against detention camps), of experiments with means, of always looking for new possibilities, angles of approach, of the development of affinities and ideas,… This is not intended to applaud ourselves, but to put into question how it can be possible that at each time people on the street ask us this eternal question “What can we do?”, we are there blinking out in not knowing what to answer. We, obsessed by the question of what we can do, are not able to take this one seriously…

 

From out of the deepest desire, a world of freedom

Dans les cages des dogmes…

Ce n’est pas uniquement la pacification sociale qui, pendant des années et des années, a mis de force notre imaginaire révolutionnaire dans une camisole. Ce n’est pas uniquement le monde du pouvoir et de l’argent qui a étouffé nos rêves les plus sauvages et irréductibles et qui les a transformés en marchandise immédiatement consommable. Ce n’est pas uniquement le grand fourre-tout des bavardages des opinions démocratiques qui a empêché nos idées de croitre et de se répandre. Tout comme ce n’est pas uniquement la pensée réactionnaire partout présente autour de nous qui nous a bâillonnés et qui nous a fait ravaler nos mots, nos pensées et nos désirs les plus profonds.

Ce sont tout autant les doctrines de notre propre mouvement qui ont ligoté nos mains, qui nous ont muselés, qui étaient des boulets à traîner. Trop longtemps nous avons cru que « la propagande » était quelque chose de mauvais, parce qu’on ne voulait certes pas ressembler à Staline, ou à Hitler. Trop longtemps nous avons cru que nous ne pourrions pas diffuser nos idées, parce que nous avions peur de ressembler à des missionnaires. Tout comme nous avons coupé à l’eau le vin antiautoritaire pour ne brusquer personne. Trop longtemps, beaucoup trop longtemps nous nous sommes bandés nos propres yeux en croyant que nos idées n’étaient pas accessibles, pas compréhensibles par la « masse ». On avait mis de côté le fait que notre chemin libératoire avait commencé de notre désir individuel de liberté et d’expérimentation, et que la confrontation avec les pensées antiautoritaires nous a donné un bon coup de pouce. Enfermés dans nos ghettos, pensant qu’on était tellement et infiniment différents de tous les autres. Que les traces de ces ghettos soient encore présentes dans un jeune mouvement qui s’en est affranchi, n’est pas surprenant. Pas surprenant, mais bien dérangeant. Ces traces entravent le plein essor de notre orgueil, notre fierté de s’appuyer sur des idées antiautoritaires, en tant qu’anarchistes, dans le monde et à la lumière du jour. Les ghettos ont fait que nous ne pouvions plus exprimer ce qu’il y avait en nous, que nous nous considérions comme des marginaux. A l’intérieur des ghettos il nous a été interdit de réfléchir, car c’était pour les intellectuels. Il nous a été interdit d’écrire, car seuls les universitaires faisaient ça. Et ainsi nous avons appris à changer, à mâcher nos mots selon les personnes à qui on s’adressait. Pivotant avec le vent, toujours pivotant avec le vent.

Pour ceux qui, la nuit, fantasmaient la révolution, il était difficile de garder ce rêve en vie. Car autour de nous, le monde devenait toujours plus totalitaire. Des compagnons disaient qu’il fallait enterrer nos rêves juvéniles, que tout ne servait de toute façon à rien. Le désir de révolution, ainsi disait-on, se limitait à attendre le grand soir. Parler d’un désir vers la révolution était aussi interdit, car c’était faire miroiter un fata morgana aux gens, c’était comme vendre des sachets criards remplis d’aire. Certains compagnons décidèrent qu’ils ne voulaient pas attendre, mais ils ont oublié que ceci ne voulait pas dire qu’il fallait ranger notre rêve révolutionnaire. L’agir dans le maintenant est parfois limité à saisir le présent, et rien d’autre. Tandis que le carpe diem ne doit pas forcément désigner l’absence d’avenir, mais justement que la conquête du maintenant est le seul chemin vers un avenir libre. Et que c’est ça notre raison de le faire.

Et ainsi des choses ont été murées dans nos têtes. On commençait à croire qu’on ne pouvait pas faire des propositions aux autres, aux gens qui n’appartenaient pas à notre club. Car on ne voulait pas être des politiciens, des autoritaires. On savait que l’auto-organisation nous était chère, mais on ne voulait pas enrichir d’autres avec nos expériences, prudes que nous étions. Et on a oublié que d’autres pouvaient peut-être aussi nous enrichir. Par crainte d’incarner quelque chose que nous ne voulions pas être pas être (et que nous ne sommes de toute façon pas), Nous avons construit des murs autour de nos pieds.

Dogme après dogme, s’ y est rajouté le dogme qu’on ne pouvait pas s’enthousiasmer en apprenant des nouvelles des révoltes, car on devrait tous garder en tête ou même mettre en avant que ce n’étaient pas des révoltes anarchistes. Nous ne sommes pas des supporters de la masse, nous n’attendons pas d’être suffisamment nombreux pour nous mettre en lutte. Nous préférons le parcours individuel partagé à la collectivité anonyme, l’épanouissement des idées libératrices que la confusion qui en s’étendant devient le meilleur bouillon de culture pour des nouveaux chefs. Mais… Un grand groupe de gens n’est pas forcément une masse, et peut aussi bien être un groupe d’individus. Qualifier de manière négative une révolte parce qu’il s’agit d’un groupe de personnes, n’a ni rime ni raison. Jauger ses acteurs depuis une position extérieure et à travers des jalons anarchistes réduit l’anarchisme à une opinion geignarde et paralysante, le dépouille de la vivacité de la lutte.

Enfin, c’était encore la solidarité qui y passait : au lieu d’entreprendre une tentative de lui rendre son contenu révolutionnaire, elle a été tamponnée d’activisme.

 

le vent de l’insurrection nous aide à les rompre…

Aujourd’hui, des choses qui réveillent quelque chose au plus profond de nos êtres sont en cours. Parmi beaucoup d’entre nous, elles illuminent ce vieux rêve : se battre pour la liberté. A moitié nu, mais chacun avec son propre bagage d’expériences, on essaye à réfléchir sur l’insurrection, et sur la révolution. Il y en a pas mal qui disent que le fait que des soulèvements éclatent en Afrique du Nord ou au Moyen-Orient ne nous concerne pas. Pourquoi prêter attention à des événements qui se déroulent sur d’autres continents ? Soulignons tout d’abord bien clairement qu’il ne s’agit pas là que d’événements, mais bien de soulèvements populaires, de gens qui s’organisent, qui se dressent face au pouvoir, face à l’oppression subies des années durant. Si nous, en tant qu’anarchistes, n’arrivons pas à nous y reconnaître, alors posons-nous plutôt la question de savoir où notre combativité, asséchée, est allée. Deuxièmement : nous sommes des internationalistes, arrachons donc à nouveau les frontières que le nationalisme croissant a aussi gravé dans nos têtes. En outre, ces soulèvements ont un caractère magique aussi pour nous, ici et maintenant. Ces soulèvements ont réveillé la pensabilité de l’insurrection. Ces gens courageux de l’autre côté de la Méditerranée et ailleurs nous ont aidé à abattre les murs nous bouchant l’horizon ; à nous et à beaucoup d’autres. Dans les rues de la ville où nous habitons, le mot « révolution » trouve un écho inouï. Et en fin de compte, il n’y a personne qui peut nier que la situation là-bas n’est pas en lien direct avec notre situation ici. Non seulement les politiciens et les capitalistes de partout sont les chefs partout ; non seulement notre situation est liée à celle de n’importe quel endroit dans le monde entier. Non, c’est par exemple aussi un fait que les soulèvements en Afrique du Nord ont réussi à ouvrir pendant un certain temps les portes de l’Europe Forteresse. La disparition de Ben Ali et de Moubarak, la menace du pouvoir de Kadhafi, les autorités qui aidaient l’Europe à surveiller ses portes célestes ont disparus, pourvu que ça dure. Lampedusa se remplit, Berlusconi distribue temporairement des visa, la France arrête des trains aux frontières, à Paris des harragas tunisiens occupent des bâtiments, en Belgique on les contrôles frontaliers se voient intensifiés, et ainsi de suite. La situation dans nos pays change de facto suite aux soulèvements là-bas.

En même temps, quelque chose fomente depuis un bout de temps sur le continent européen. Des mouvements contre les mesures d’austérité, le démantèlement final de l’Etat social comme on l’a connu. Du Portugal à la France, en passant par l’Angleterre, la Croatie, la Serbie, l’Albanie, la Grèce. Partout en Europe il y a de nombreuses personnes qui voient ce qu’on leur a fait miroiter (travailler dur, consommer, épargner et ensuite la retraite, le repos mérité) fondre comme neige au soleil. On pourrait en faire une lecture de désastre et de malheur, et partir de la conviction que ce moment historique aboutira à des excès de la haine de l’étranger présente partout. Des pogroms, des déportations de masse et qui sait quoi encore. Mais il y a aussi une chance que les soulèvements récents puissent faire vivre quelque chose d’autre. Quelque chose d’autre que du protectionnisme et du racisme. Est-ce que toutes ces situations en fomentation et potentiellement explosives pourraient se féconder les unes les autres, comme des pollinisations croisées ?

Un autre scénario de maléfice consiste à ce qui est déjà en cours depuis des années : la construction de nouvelles prisons et camps de déportation partout. La dissémination de caméras partout. L’extension du contrôle et de l’appareil répressif partout. La pénétration des technologies de contrôle dans l’ensemble de la « vie sociale ». La réponse des Etats à une insurrection est sans doute la répression, et cela aussi de manière préventive. Mais dans ces moments insurrectionnels, tant de choses deviennent possibles – les milliers de prisonniers évadés ces derniers mois l’ont bien démontré. Il est particulièrement facile d’éliminer l’infrastructure répressive de l’ennemi dans ces moments-là. Ils peuvent bien expériementer différents moyens pour garder sous contrôle les métropoles, mais que se passe-t-il quand le réseau des caméras de surveillance ne fonctionne plus ? Il n’y a pas une seule métropole où les flics sont aimés. Et on ne peut dire d’aucune métropole qu’elle est entièrement sous le contrôle de l’Etat.

 

… et à redonner le contenu à nos pratiques…

Il y eut des époques où on ne pouvait pas séparer certains mots et certaines pratiques de leur contenu révolutionnaire. Il paraissait simple de parler du monde à l’aide d’idées anarchistes.

Il y eut des époques où les idées et les pratiques antiautoritaires orientées vers la réalisation de ces idées étaient vivantes.

Aujourd’hui, certaines personnes sont capables de démontrer (ou « mettre de côté ») de la solidarité envers des soulèvements et des compagnons incarcérés pour leurs actions, tandis que la solidarité est justement essentielle pour toute insurrection et révolution, et donc aussi pour tout projet révolutionnaire. Quand des insurgés envahissent les rues d’une ville en solidarité avec une autre ville en ébullition, Il n’y a pas de doute à avoir. C’est une partie intégrante de la pratique révolutionnaire.

Aujourd’hui on s’enlise souvent dans une description de toute la laideur du monde. On intervient de manière pertinente suite à par exemple un meurtre policier, mais souvent on ne va pas plus loin qu’affirmer qu’on est contre la prison, contre les flics et contre l’Etat. Nous ne partageons pas avec d’autres la base de notre volonté d’agir, notre désir d’un monde sans autorité. Dans la ville où nous habitons, il n’y a par exemple presque personne qui aime la police ou la prison. Répéter à l’infini que nous sommes contre les prisons, n’ouvrira pas de porte. Nous avons plus de choses à dire, beaucoup plus.

Etant donné qu’une grande partie du visage de l’ennemi étatique est aujourd’hui reconnaissable par beaucoup de personnes, nous sommes capables de parler aussi d’autres choses. Des choses qui stimulent la subversion de cette société.

 

dans une lutte munie d’une perspective révolutionnaire…

De quoi avons-nous besoin pour une insurrection ou une révolution ? Que devons-nous nous réapproprier, et quelle appropriation pourrait-on stimuler chez d’autres ? Comment attiser l’imaginaire révolutionnaire ? Comment rendre pensables et vivantes les idées et les pratiques antiautoritaires ? Comment nous assurer de pouvoir agir sur des bases solides, des bases qualitatives plutôt que quantitatives ? Comment pourrions-nous jeter de l’huile sur le feu de la conflictualité en y mélangeant nos idées ? Comment stimuler l’auto-organisation par affinités et la solidarité ? Comment dépasser vraiment les frontières et devenir internationalistes ? Qu’en est-il de notre connaissance du terrain ? Peut-on expérimenter d’autres manières de lutter que la lutte spécifique ? Comment une lutte spécifique peut-elle interagir à l’instar d’une « pollinisation croisée » avec la conflictualité qui se développe hors de ce terrain spécifique ? Comment stimuler et développer des moments où les démarcations deviennent claires, les démarcations entre ceux qui se battent pour l’autorité, et ceux qui se battent contre elle ?

 

Un projet muni d’une perspective révolutionnaire ne vise pas des victoires, mais est un devenir permanent. En aucun cas, ceci ne signifie qu’il faille foncer tête baissée. Réfléchir sur le où, le quand et le comment ne doit pas et ne peut pas être rangé dans l’armoire de la « théorie pure ». Des luttes avec de telles perspectives varient évidemment selon les contextes. L’utilisation consciente des moyens dépend du goût des compagnons, tout comme du contexte dans lequel ils agissent. Beaucoup se sont appropriés bien des moyens, il nous reste à réfléchir le « comment les utiliser ».

Nous remarquons déjà que le mot révolution est dans plein de bouches, et le contenu de leur révolution nous fait dresser les poils (on en a grave marre de ces indignés et de leur indomptable capacité de récupération). Si nous parlons de révolution, on ne peut pas la détacher des idées qui nous inspirent. La révolution sans contenu est une enveloppe dangereuse, sans que cela veuille dire qu’il faut renoncer aux défis actuels. Les défis, ils sont là. Ils s’épanouissent comme des fleurs devant nos yeux. Nous ne mettrons pas de l’eau dans notre vin, mais la conscience que les choses ne sont ni noires ni blanches (les anarchistes sont peu, mais ceux qui désirent la liberté et en ont marre de cette existence désastreuse sont nombreux) nous rend capable d’essayer, de découvrir. Et nous avons bien quelque chose à offrir. Des années d’expériences de lutte (que ce soit dans les mouvements squat ou dans les luttes spécifiques comme, par exemple, celles contre les camps de déportation), d’expérimentation avec différents moyens de lutter, le tout accompagné d’une recherche permanente de nouvelles possibilités, de nouveaux angles d’attaque et du développement d’idées et d’affinités… Nous ne disons pas cela pour nous encenser, mais comment se fait-il qu’à chaque fois que des gens dans la rue nous demandent « Qu’est-ce qu’on peut faire ? », nous restons là bouche bée. Nous, les obsédés de la question de ce qu’on peut faire, ne sommes pas capables d’aborder cette question…

 

Du désir le plus profond, un monde de liberté.

La vecchia storia dell’internazionalismo

Un rapido sguardo all’epoca della prima Internazionale e delle fratellanze rivoluzionarie che allora sapevano stimolare e far vivere, al di là delle frontiere, la persistenza di una tensione insurrezionale, la dice lunga sulla situazione paradossale che viviamo oggi. Mai nella storia dell’uomo ci sono state tante possibilità di trasporto, di viaggio e di comunicazione; mai la situazione di tanti paesi è stata così simile; eppure sembra quasi che noi anarchici e rivoluzionari non siamo mai stati tanto attaccati alle frontiere statali. Paradossalmente, la globalizzazione del dominio sembra andare di pari passo con una de-internazionalizzazione dei suoi nemici dichiarati.

Non è come se ogni traccia della vecchia storia dell’internazionalismo sia stata cancellata ma, siamo onesti, la situazione è miserabile. Al di là di qualche moto solidale e, nel migliore dei casi, di una certa condivisione di esperienze e di progettualità, non si va oltre. Basta guardare la mancanza semplicemente vergognosa di prospettive rispetto alle sommosse dall’altra parte del Mediterraneo (o anche solo alla rivolta del dicembre 2008 in Grecia) per rendersene conto.

Il fatto che il potere abbia trasformato la comunicazione in merce, in strumento di abbrutimento e di alienazione, ha eroso anche il sogno dell’internazionalismo rivoluzionario. Oggi sembra quasi che il solo internazionalismo in ambito anarchico esista nella rete globale di diffusione della passività, con i suoi flussi infiniti di informazioni incomprensibili (perché staccate da qualsiasi contesto e dalla vita), inafferrabili (perché destinate al semplice consumo davanti allo schermo) e volatili (perché immerse in un autentico bombardamento di dati). Anche tutta l’esperienza del tempo e dello spazio è profondamente mutata. Ciò che oggi è ancora una novità, domani è già dimenticata. E tanto più il laggiù arriva sempre più rapidamente verso il qui attraverso i canali di informazione, tanto meno il qui sembra poter dialogare con il laggiù. Indubbiamente qualsiasi prospettiva internazionalista rinnovata deve saper sviluppare anche una nuova esperienza e concezione del tempo e dello spazio. Altrimenti, è condannata a crepare nel quadro temporale e spaziale del dominio. Si potrebbe fare lo stesso paragone con la vecchia Internazionale: in quell’epoca, in piena crescita degli Stati-nazioni, la creazione di uno spazio internazionale costituiva già una rottura col dominio.

In quali modi l’internazionalismo, la solidarietà rivoluzionaria internazionale, potrebbe tornare ad essere una forza e lasciare dietro di sé la sua attuale mutilazione tecnologica e attivista? A parte il caso in cui si ritenga che più il dominio si stabilisce come universale e più i suoi avversari devono radicarsi in microcosmi locali, questo è un interrogativo che deve essere messo sul tavolo.

Ricordiamo ancora che in un passato non molto lontano ci sono stati anarchici che hanno tentato di creare una sorta di nuova Internazionale, tentativo non riuscito. Secondo noi la rivalutazione dell’internazionalismo non dovrebbe iniziare con la formazione di un’organizzazione formale (poco importa che essa si dichiari comunque informale), ma attraverso la moltiplicazione cosciente di occasioni, sia di discussione e di confronto che di lotta. Non è difficile rendersi conto quanto possa essere importante e stimolante scambiarsi esperienze di lotta. Inoltre, se è vero che l’instabilità sociale continuerà ad aumentare negli anni a venire, e se è vero che il periodo di pace trentennale nel continente europeo starebbe per concludersi, non c’è il minimo dubbio che lo sviluppo di ipotesi torna a farsi pressante. Se rileggiamo i testi e le lettere che circolavano fra le fratellanze antiautoritarie – per la maggior parte informali – all’epoca dell’Internazionale, si potrebbe quasi parlare di una vera ossessione di ipotesi, di continui tentativi teorici e pratici nel panorama sociale per trovare occasioni atte a dar fuoco alle polveri e a preparare l’insurrezione. Oggi, non solo il loro slancio rivoluzionario e il loro indomabile entusiasmo ci parlano ancora, ma anche il loro coraggio di osare sbagliare, di perdere, di incassare una sconfitta (o piuttosto una serie di sconfitte). Chi oggi non è disponibile a rompersi la testa contro il muro, conseguenza sempre possibile della volontà di portare l’utopia all’interno dello scontro, farebbe meglio a dedicarsi unicamente alla mera contemplazione degli avvenimenti. Perché la complessità dei conflitti a venire; la tensione, come alcuni l’hanno descritta, fra la guerra sociale e la guerra civile; la perdita del linguaggio per comunicare idee e sogni; la mutilazione profonda e innegabile degli individui — non sono semplici previsioni, sono ormai dei fatti. Spetta a noi ritrovare il coraggio di sognare, di osare tentare di realizzare i propri sogni nell’elaborazione di ipotesi rivoluzionarie e insurrezionali, a partire da una situazione in procinto di esplodere, o da una lotta specifica condotta nel senso dell’attacco, o da un coraggioso tentativo di insorgere davanti all’avanzata del massacro e della guerra civile…

Forse un esempio potrebbe chiarire un po’ le cose. I moti dall’altra parte del Mediterraneo hanno, temporaneamente, aperto le porte dell’Europa. Decine di migliaia di persone hanno violato clandestinamente le frontiere e molte fra loro avevano ancora in bocca il dolce sapore della rivolta. Di fronte a una simile situazione, del tutto nuova e imprevista come lo erano quei sollevamenti, non basta tirar fuori dall’armadio le nostre ricette comprovate di lotta contro i Cie e contro le frontiere. Armati delle esperienze di lotta che già abbiamo, avremmo potuto realmente e concretamente riflettere su come, insieme o in contatto con quelle decine di migliaia di persone, portare la rivolta anche sul suolo europeo. Lo stesso dicasi per il periodo dei moti in Tunisia, in Egitto,…; quali iniziative intraprendere per accendere anche qui la fiaccola dell’insurrezione; come, da un’ottica forse più modesta, difendere e sostenere le rivolte di laggiù? Perché, ad esempio, al di là del simbolico non abbiamo realmente e definitivamente occupato le ambasciate di quei paesi, cacciando gli ambasciatori che reclutavano, com’era il caso in particolare della Libia, i mercenari per andare a massacrare gli insorti? Suppongo che in questo senso diventi immediatamente più chiaro che un approccio internazionalista delle ipotesi sia indispensabile.

Poniamo la questione anche in un altro modo. Quante volte nelle lotte specifiche ci siamo scontrati con situazioni in cui mancavano semplicemente abbastanza compagni (sia in termini di quantità che di qualità) per tentare ciò che sembrava possibile? Perché, non inganniamoci, all’epoca dell’ondata di insurrezioni in Europa, non c’erano solo compagni che vivevano là! Quante volte l’inasprimento della repressione in un periodo intenso (aumento della sorveglianza dei compagni coinvolti, pressioni di ogni genere, limitazione degli spazi di movimento e anche perdita di tempo, dovendo aver a che fare coi cani da guardia dello Stato) avrebbe potuto essere un po’ allentato dall’arrivo e dalla permanenza temporanea di qualche altro compagno? Credo che occorra affrontare queste questioni senza apriori e senza timore, e cercare possibili risposte. Non è impensabile sperimentare forme di coordinamento internazionale, senza dover ricorrere a dichiarazioni formali, a congressi ufficiali o, cosa che potrebbe essere in qualche misura l’altra faccia della medaglia, ad una oscurità totale che contribuirebbe solo ad alimentare i fantasmi dell’internazionale degli inquisitori di ogni paese. Forse si potrebbe anche pensare, ad esempio con un periodico bollettino di corrispondenze, come potrebbero iniziare a nascere una temporalità ed uno spazio propri, indipendentemente dai canali di informazioni che puzzano della logica del potere.

Non c’è dubbio che si possano dire molte altre cose su questo argomento. So che questo testo è solo un sasso nell’acqua stagnante, ma parto dalla speranza che possa contribuire ad una discussione che osi aprire qualche possibilità.

 

Un viaggiatore

Nelle gabbie dei dogmi…

Non è stata solo la pacificazione sociale ad aver ristretto la nostra immaginazione rivoluzionaria per anni e anni in una camicia di forza. Non è stato solo il mondo del potere e del denaro ad aver soffocato i nostri sogni più selvaggi e irriducibili, scambiandoli per merce consumabile nell’immediato. Non è stato solo il grande baraccone del chiacchiericcio delle opinioni democratiche ad aver impedito alle nostre idee di crescere e di estendersi. Così come non è stata semplicemente la reazione ovunque attorno a noi ad aver messo la museruola alle nostre bocche e ad averci fatto ingoiare le parole, i pensieri e i desideri più profondi.

Sono state anche le dottrine del nostro stesso movimento ad averci legato le mani, ad averci messo un bavaglio sulla bocca, a diventare palle al piede da trascinare. Troppo a lungo abbiamo creduto che «la propaganda» fosse qualcosa di cattivo, perché non si voleva certo assomigliare a Stalin o a Hitler. Troppo a lungo abbiamo ritenuto di non poter diffondere le nostre idee, in preda alla paura di apparire dei missionari. Così come è stato annacquato il vino antiautoritario, per non offendere nessuno. Per troppo tempo, davvero troppo, ci siamo bendati gli occhi da soli credendo che le nostre idee non fossero accessibili, comprensibili alla «massa». Avevamo dimenticato che il nostro cammino liberatorio era cominciato col desiderio individuale verso la libertà e la sperimentazione, e che il confronto con i pensieri antiautoritari ci aveva dato un buon impulso. Chiusi nei nostri ghetti, pensando di essere talmente ed infinitamente diversi da tutti gli altri. Che le tracce di questi ghetti siano ancora presenti in un movimento giovane che se n’è liberato, non è sorprendente. Non sorprendente, ma assai fastidioso. Queste tracce ostacolano il pieno slancio del nostro orgoglio, la nostra fierezza di partire da idee antiautoritarie, come anarchici a tutto tondo, nel mondo. I ghetti ci hanno travagliato al punto da non riuscire più ad esprimere quanto abbiamo dentro, considerandoci marginali. All’interno dei ghetti ci è stato proibito riflettere, perché è una cosa da intellettuali. Ci è stato proibito scrivere, perché sono solo gli universitari a farlo. E così abbiamo imparato a cambiare, a masticare parole a seconda della persona con cui si parlava, come banderuole, sempre come banderuole.

Per quelli che di notte fantasticavano di rivoluzione, era difficile conservare questo sogno vivo. Perché attorno a noi, il mondo diventava sempre più totalitario. Alcuni compagni dicevano che dovevamo seppellire i nostri sogni giovanili, che non sarebbe comunque servito a nulla. Il desiderio di rivoluzione, così si diceva, non era nient’altro che l’attesa della grande sera. Perfino parlare di un desiderio di rivoluzione era vietato, perché significava far balenare un miraggio alle persone, era come vendere rumorosi sacchetti pieni d’aria. Alcuni compagni hanno deciso di non voler attendere, ma hanno scordato che questo non significa dover mettere da parte il nostro sogno rivoluzionario. L’agire adesso talvolta si limita a cogliere il momento punto e basta. Mentre il carpe diem non deve per forza indicare l’assenza di avvenire, ma per l’appunto che la conquista dell’adesso è il solo cammino verso un avvenire libero. E che è questa la nostra ragione di farlo.

E così sono state murate alcune cose nella nostra testa. Cominciavamo a pensare di non poter fare proposte agli altri, a chi non faceva parte del nostro club. Perché non volevamo essere politici, autoritari. Sapevamo che l’auto-organizzazione ci stava a cuore, ma non volevamo arricchire altri con le nostre esperienze, pudichi come eravamo. Dimenticando che forse esistono anche altri che possono arricchirci. Per timore di qualcosa che non si voleva essere (e che ad ogni modo non siamo), abbiamo costruito muri attorno ai nostri piedi.

Dogma dopo dogma, abbiamo aggiunto il dogma di non poterci entusiasmare venendo a conoscenza di rivolte, perché si doveva tutti tenere a mente e magari avanzare che non si trattava di rivolte anarchiche. Non siamo sostenitori della massa, per lottare non aspettiamo d’essere abbastanza, preferiamo il percorso individuale condiviso alla collettività anonima, lo sbocciare di idee liberatorie all’onda che allargandosi diventa il miglior brodo di coltura per i nuovi capi, ma… Un grosso gruppo di persone non è di per sé una massa, e può ben essere un gruppo di individui. Qualificare in maniera negativa una rivolta perché si tratta di un gruppo di persone, non ha capo né coda. Comparare i suoi attori ogni volta da una buona distanza ai gradi di misura anarchica trasforma l’anarchismo solo in un’opinione lamentevole e paralizzante, lo spoglia della vivacità della lotta.

Infine, è sempre la solidarietà ad andarci di mezzo: invece di intraprendere un tentativo per restituirle il suo contenuto rivoluzionario, è stata investita di attivismo.

 

…il vento dell’insurrezione ci aiuta a romperle…

Oggi gli avvenimenti in corso risvegliano qualcosa nella profondità del nostro essere. In molti di noi brilla un antico sogno: battersi per la libertà. Per metà nudi, ma ognuno con il suo bagaglio di esperienze, proviamo a riflettere sull’insurrezione, e sulla rivoluzione. Non sono in pochi a dirci che i sollevamenti scatenatisi nel Nord Africa o nel Medio Oriente non ci riguardano. Perché occuparci di eventi che si svolgono in altri continenti? Sottolineiamo innanzitutto in maniera chiara che non si tratta di eventi, ma di moti popolari, di persone che si organizzano, che insorgono contro il potere, contro l’oppressione che dura da anni. Se noi, in quanto anarchici, non riusciamo a riconoscervisi, allora poniamoci piuttosto la domanda su dove sia andata a finire la nostra combattività rinsecchita. Secondariamente: se siamo internazionalisti, sradichiamo di nuovo le frontiere che il crescente nazionalismo ha impresso anche nella nostra testa. Inoltre questi moti hanno un carattere magico anche per noi, qui ed ora. Hanno risvegliato la pensabilità della rivoluzione. Queste coraggiose persone dall’altra parte del Mediterraneo e altrove ci hanno aiutato ad abbattere i muri del nostro orizzonte, e molti altri con noi. Nelle strade della città in cui abitiamo, la parola rivoluzione trova un’eco inaudita. Ed in fin dei conti, non c’è nessuno che possa negare che la situazione laggiù sia direttamente legata alla nostra situazione qui. Non solo i politici e i capitalisti di ogni dove sono i capi dappertutto; non solo la nostra situazione è legata a quella di qualsiasi altro angolo nel mondo intero. No, ad esempio è un fatto che i sollevamenti in Africa del Nord sono riusciti a spalancare per un certo periodo le porte della Fortezza Europa. La scomparsa di Ben Ali e di Mubarak, la minaccia del potere di Gheddafi, le autorità che aiutavano l’Europa a sorvegliare le sue porte celesti sono scomparse, per quanto ciò possa durare. Lampedusa si riempie, Berlusconi distribuisce visti temporanei, la Francia ferma i treni alle frontiere, a Parigi gli harraga tunisini occupano edifici, in Belgio si instaurano controlli di frontiera più pressanti, e via di seguito. La situazione nei nostri paesi cambia di fatto per le rivolte di laggiù.

Contemporaneamente, qualcosa fermenta da un po’ di tempo nel continente europeo. I movimenti contro le misure di austerità, lo smantellamento finale dello Stato sociale che conosciamo. Dal Portogallo alla Francia, l’Inghilterra, la Croazia, la Serbia, l’Albania, la Grecia. Ovunque in Europa ci sono tante persone che vedono ciò che le ha fatte crescere (lavorare duro, consumare, risparmiare e poi andare in pensione, il meritato riposo) sciogliersi come neve al sole. Si potrebbe ricavarne una lettura di disastro e sventura, e partire dalla convinzione che questo momento storico sfocerà in eccessi di odio per lo straniero presente dappertutto. Pogrom, deportazioni di massa e chissà quant’altro ancora. Ma vi è anche la possibilità che i recenti sollevamenti possano far vivere qualcosa d’altro. Qualcosa d’altro rispetto al protezionismo ed al razzismo. Tutte queste situazioni in fermentazione e potenzialmente esplosive possono fecondarsi le une con le altre, come impollinazioni incrociate? Un altro scenario da maleficio consiste in quanto è già in corso da anni: la costruzione di nuove prigioni e di campi di deportazione ovunque. La disseminazione di videocamere ovunque. L’estensione del controllo e dell’apparato repressivo ovunque. La penetrazione delle tecnologie di controllo nell’intera «vita sociale». La risposta degli Stati ad una insurrezione è senza dubbio la repressione, e questo anche in maniera preventiva. Ma durante un’insurrezione tante cose sono possibili – i migliaia di prigionieri evasi negli ultimi mesi lo hanno dimostrato. Durante i momenti insurrezionali è particolarmente facile eliminare l’infrastruttura repressiva del nemico. Loro sperimentano mezzi per mantenere sotto controllo le metropoli, ma cosa accadrebbe qualora la rete delle camere di sorveglianza non funzionasse più? Non esiste una sola metropoli dove gli sbirri siano amati, non c’è una sola metropoli che si possa dire interamente sotto il controllo dello Stato.

 

…e a ridare contenuto alle nostre pratiche…

Ci sono stati tempi in cui non era possibile disgiungere certe parole e pratiche dal loro contenuto rivoluzionario. Sembrava semplice parlare del mondo con l’aiuto delle idee anarchiche.

Ci sono stati tempi in cui le idee e le pratiche antiautoritarie orientate verso la realizzazione di queste idee erano vive.

Oggi le persone sono capaci di considerare come attivismo la solidarietà con le sommosse e coi compagni incarcerati, mentre la solidarietà è essenziale per ogni insurrezione e rivoluzione, quindi anche per ogni progetto rivoluzionario. Quando gli insorti di una città scendono in strada in solidarietà con un altra città in ebollizione, non ci sono dubbi. È una parte integrante della pratica rivoluzionaria.

Oggi viceversa ci si arena spesso nella descrizione di tutta la bruttezza del mondo. Si interviene in maniera pertinente in seguito ad un omicidio da parte della polizia, ad esempio, ma il più delle volte non si va oltre l’affermazione che siamo contro la prigione, contro gli sbirri e contro lo Stato. Non condividiamo con gli altri la base della nostra volontà di agire, il nostro desiderio d’un mondo senza autorità. Nella città in cui viviamo, ad esempio, non v’è quasi nessuno che ami la polizia, o la prigione. In questo caso ripetere all’infinito che noi siamo contro le prigioni non aprirà delle porte. Abbiamo più cose da dire, molte di più.

Proprio come gran parte del volto del nemico statale è oggi riconoscibile da molte più persone, siamo capaci di parlare anche di altro. Di cose che stimolino la sovversione di questa società.

 

…in una lotta munita di prospettiva rivoluzionaria…

Di cosa abbiamo bisogno per un’insurrezione o una rivoluzione? Di cosa abbiamo bisogno di appropriarci, e quale appropriazione si potrà stimolare negli altri? Come attizzare l’immaginazione rivoluzionaria? Come rendere pensabili e vive le idee e le pratiche antiautoritarie? Come assicurarci di poter agire a partire da un fondamento forte, un fondamento di qualità piuttosto che di quantità? Come poter gettare benzina sul fuoco della conflittualità e mescolarla con le nostre idee? Come stimolare l’auto-organizzazione per affinità e la solidarietà? Come superare veramente le frontiere e diventare internazionalisti? Qual è la nostra conoscenza del territorio? È possibile sperimentare altri modi di lottare oltre alla lotta specifica? Come può una lotta specifica relazionarsi sotto forma di «impollinazione incrociata» con la conflittualità che si sviluppa fuori da quell’ambito specifico? Come stimolare e sviluppare momenti in cui le demarcazioni diventano chiare, le demarcazioni fra quelli che si battono per l’autorità e quelli che si battono contro?

 

Un progetto munito di prospettiva rivoluzionaria non mira a vittorie, ma è un divenire permanente. In ogni caso, ciò non significa che bisogna aggirarsi come galline senza testa. Riflettere sul dove, il quando e il come non deve e non può essere relegato nell’armadio della «pura teoria». Lotte con simili prospettive variano ovviamente a seconda dei contesti. L’utilizzo cosciente dei mezzi dipende dal gusto dei compagni, così come dal contesto in cui agiscono. In molti si sono appropriati di parecchi mezzi, spetta a noi riflettere sul come usarli.

Notiamo ormai che la parola rivoluzione è declamata da tanti, e il contenuto della loro rivoluzione ci spaventa (non se ne può più di questi indignati e della loro indomabile capacità di recupero). Se parliamo di rivoluzione, non si può separarla dalle idee che ci ispirano. Rivoluzione senza contenuto è un involucro pericoloso, il che non significa la rinuncia alle sfide attuali. Le sfide ci sono. Sbocciano come fiori davanti ai nostri occhi. Non annacqueremo il nostro vino, ma la coscienza che le cose non sono né nere né bianche (gli anarchici sono pochi, ma quelli che desiderano la libertà e non ne possono più di questa disastrosa esistenza sono numerosi) ci rende capaci di tentare, di scoprire. Ed abbiamo ben qualcosa da offrire. Anni di esperienze di lotta (sia nei movimenti delle occupazioni che nelle lotte specifiche come per esempio contro i campi di deportazione), di sperimentazione con gli strumenti di lotta, con la ricerca sempre in corso di nuove possibilità, di nuovi angoli di attacco, di sviluppare idee ed affinità… Diciamo questo non per incensarci, ma come è possibile che ogni qualvolta delle persone per strada ci domandano «Cos’è che si può fare?», noi rimaniamo là a bocca spalancata? Noi, gli ossessionati della questione di cosa si può fare, non siamo capaci di affrontare questa domanda…

 

Dal desiderio più profondo, un mondo di libertà

La vieille histoire de l’internationalisme

Un rapide regard sur la période de la première Internationale et sur les fraternités révolutionnaires qui à l’époque savaient stimuler et faire vivre, au-delà des frontières, la permanence d’une tension insurrectionnelle, en dit long sur la situation paradoxale que nous vivons aujourd’hui. Jamais, à travers l’histoire de l’homme, le transport, le voyage et la communication n’ont été aussi accessibles. Jamais les conditions de nombreux pays ne se sont autant ressemblées et pourtant, c’est comme si nous, anarchistes et révolutionnaires, n’avions jamais été aussi attachés aux frontières étatiques. Paradoxalement, la globalisation de la domination semble aller de pair avec une des-internationalisation de ses ennemis avoués.

 

Ce n’est pas comme si toute trace de la vieille histoire de l’internationalisme avait été effacée, mais, soyons honnêtes, la situation est misérable. Au-delà de quelques coups de pouce solidaires et, dans le meilleur des cas, un certain partage d’expériences et de projectualités, on n’est nulle part. Il suffit de jeter un regard sur le manque tout simplement honteux de perspectives autour des soulèvements de l’autre côté de la Méditerranée (ou, si on veut, autour de la révolte de décembre 2008 en Grèce) pour s’en rendre compte.

 

Le fait que la domination ait transformé la communication en marchandise, en instrument d’abrutissement et d’aliénation, a aussi rongé le rêve de l’internationalisme révolutionnaire. Aujourd’hui, il semble que le seul internationalisme existant dans certains cercles anarchistes soit la toile globale de propagation de passivité, avec ses flux infinis d’informations incompréhensibles (car détachés de tout contexte et de toute vie), insaisissables (car destinés à la simple consommation devant l’écran) et volatiles (car immergés dans un vrai bombardement de données). C’est donc toute l’expérience du temps et de l’espace qui a profondément changé. Ce qui aujourd’hui était encore une nouvelle est déjà oublié demain. Et même si le là-bas vient toujours plus vite vers l’ici à travers les canaux d’information, il semble que l’ici est d’autant moins capable de dialoguer avec le là-bas. Il ne fait aucun doute que toute perspective internationaliste actualisée doit sans remise développer aussi une nouvelle expérience et une conception du temps et de l’espace qui lui soit propre. Sinon, elle est condamnée à crever dans le cadre temporel et spatial de la domination. On pourrait même faire le parallèle avec la vieille Internationale : à cette époque-là, en pleine croissance des Etats-nations, la création d’une espace internationale était déjà une rupture avec la domination.

 

De quelles manières est-ce que l’internationalisme, la solidarité révolutionnaire internationale, pourrait-il redevenir une force et laisser derrière lui son actuelle mutilation technologique et activiste ? Sauf si l’on croit qu’au plus la domination devient universelle, au plus ses adversaires doivent s’incruster dans des microcosmes locaux, voilà bien une question qui doit être remise sur la table.

 

On se souvient encore d’un passé pas si lointain où des anarchistes ont tenté de créer une sorte de nouvelle Internationale, tentative qui a échouée. Selon nous, la revalorisation de l’internationalisme ne devrait pas commencer par la formation d’une organisation formelle (peu importe à quel point elle se déclare elle-même « informelle »), mais à travers la multiplication consciente d’occasions, aussi bien de discussions et de rencontres que de luttes. Il est plutôt facile de se rendre compte que l’échange d’expériences de luttes est important et stimulant. Mais, s’il est vrai que l’instabilité sociale ne fera qu’augmenter dans les années à venir, et s’il est vrai que la période de la paix trentenaire sur le continent européen pourrait toucher à sa fin, il n’y a pas le moindre doute que le développement d’hypothèses revient à l’ordre du jour. Si on relit les textes et les lettres qui circulaient parmi les fraternités antiautoritaires – d’ailleurs, la plupart informelles – de l’époque de l’Internationale, on pourrait presque parler d’une vraie obsession d’hypothèses, un tâtonnement théorique et pratique permanent de l’horizon social afin de trouver des occasions qui se prêtent à mettre le feu à la poudrière et à préparer l’insurrection. Aujourd’hui, non seulement leur élan révolutionnaire, leur enthousiasme indomptable nous parle encore, mais aussi leur courage d’oser se tromper, de perdre, d’encaisser une défaite (ou plutôt une série de défaites). Celui qui aujourd’hui n’est pas prêt à se casser la tête contre le mur, conséquence toujours possible de la volonté de porter l’utopie au sein de l’affrontement, ferait mieux de se consacrer uniquement à la simple contemplation des événements. Car la complexité des conflits à venir ; la tension, comme certains l’ont décrit, entre la guerre sociale et la guerre civile ; la perte de langage pour communiquer des idées et des rêves ; la mutilation profonde et indéniable des individus ne sont pas de simples prévisions, se sont désormais des faits. A nous de retrouver le courage de rêver, à oser tenter de réaliser ses rêves dans l’élaboration d’hypothèses révolutionnaires et insurrectionnelles, que ce soit à partir d’une situation prête à exploser, d’une lutte spécifique portée à son terme de l’attaque, d’une tentative courageuse de s’insurger face à l’avancée du massacre et de la guerre civile,…

 

Peut-être qu’un exemple clarifiera un peu les choses. Les soulèvements de l’autre côté de la Méditerranée ont, temporairement, ouvert les portes de l’Europe. Des dizaines de milliers de personnes ont clandestinement transgressé les frontières et nombre d’entre elles avaient encore le doux goût de la révolte en bouche. Face à une telle situation, entièrement nouvelle et imprévisible tout comme l’étaient ces soulèvements, il ne suffit pas de sortir de l’armoire nos recettes éprouvées de lutte contre les centres de rétention, contre les frontières. Armés des expériences de lutte qu’on a déjà, on aurait peut-être put réellement et concrètement réfléchir à comment, ensemble ou en lien avec ces dizaines de milliers de personnes, porter le soulèvement aussi sur le sol européen. Pareil d’ailleurs pour la période des soulèvements en Tunisie, Egypte,… : quelles initiatives aurait-on pu prendre pour allumer aussi ici le flambeau de l’insurrection ? Comment, d’une optique plus modeste peut-être, aurait-on pu défendre et soutenir les révoltes là-bas ? Pourquoi, par exemple, n’avons-nous pas, au-delà des actions symboliques, réellement et définitivement occupé les ambassades de ces pays, chassant les ambassadeurs qui recrutaient, comme c’était surtout le cas pour la Lybie, des mercenaires pour aller massacrer des insurgés ? Je suppose que par là, il devient immédiatement très clair qu’une approche internationaliste des hypothèses est indispensable.

 

Posons la question peut-être aussi autrement. Combien de fois ne nous sommes-nous pas, dans des luttes spécifiques, heurtés à des moments où il manquait simplement de suffisamment de compagnons (aussi bien en termes de quantité que de qualité) pour tenter ce qui semblait possible ? Car ne nous trompons pas, à l’époque de la traînée des insurrections en Europe, il n’y avait jamais que les compagnons qui habitaient là ! Combien de fois est-ce que, que l’étau répressif se reserrant lors d’un moment intensif (surveillance accrue des compagnons impliqués, pressions en tout genre, limitations des espaces de mouvement et aussi, perte de temps en ayant à faire face aux chiens de garde de l’Etat) aurait pu être quelque peu enrayé par l’arrivée et le séjour temporaire de quelques autres compagnons ? Je crois qu’il faut oser affronter ces questions sans à priori et sans peur, et chercher des pistes de réponses possibles. Il n’est tout simplement pas impensable d’expérimenter des formes de coordination internationale, sans avoir recours à des déclarations formelles, des congrès officiels ou, ce qui, en quelque sorte, pourrait être l’autre face de la médaille, à une obscurité totale qui ne ferait que raviver les fantasmes de l’internationale des procureurs de tous pays. Peut-être faudrait-il considérer aussi comment, à travers un bulletin de correspondances régulières par exemple, une temporalité propre et une espace propre pourraient commencer à voir le jour, indépendamment des canaux d’informations puant la logique du pouvoir.

 

Il ne fait aucun doute qu’il reste beaucoup de choses à dire à propos de cette question. Je suis conscient du fait que ce texte ne fait que jeter quelques pierres dans l’eau stagnante, mais je pars de l’espoir qu’elles pourraient contribuer à une discussion qui oserait ouvrir quelques possibilités.

 

Un voyageur

Le long des lignes de rupture

Quelque chose d’étrange s’est passé. Il y a à peine quelques années, les discussions sur le possible renversement de cette société allaient toujours de pair avec ces mêmes remarques : « Mais, bien évidemment, ça, on ne le vivra jamais nous-mêmes » ou « Si un jour ça vient ». Comme s’il était nécessaire d’énoncer cette prémisse pour éviter de s’enliser immédiatement dans l’inévitable cynisme. Ce « jamais » ou ce « un jour », les deux face d’un même mirage, tenaient le mouvement antiautoritaire sous perfusion. Ils empêchaient de mettre certaines questions sur la table. Ils imposaient des limites invisibles à nos activités. Et peut-être à juste titre. Peut-être ne pouvait-on ne rien faire de plus que garder vivantes certaines idées et pratiques dans l’ombre de la société, dans la marge des mouvements de protestation politique. Peut-être la réaction (répressive et idéologique) aux luttes des années ‘70 et ‘80 nous a-t-elle laissé abassourdis ces deux dernières décennies. La société des années ‘90 et 2000 nous laisse peu d’espace pour respirer. Quoi qu’il en soit, il y a quelque chose qui a changé. Malgré mon jeune âge, vit dans moi la pensée que « les conditions sociales » ne sont plus les mêmes. Mais aussi qu’une « perspective anarchiste » ne peut plus être la même et qu’il existe déjà différentes expérimentations qui tâtent les nouvelles possibilités. J’écris « malgré », mais peut-être est-ce justement à cause de mon jeune âge que je peux voir partout des changements. Dans vingt ans, il s’avérera peut-être que le monde continue toujours à tourner et que les mêmes mécanismes autoritaires d’exploitation et d’oppression font leur boulot, hormis quelques petites adaptations et restructurations ici et là. Mais que ce soit alors parce que notre enthousiasme n’a pas gagné face à la société conservatrice. Et non pas parce que nous nous serons tus quand il fallait parler, parce que nous aurons murmuré quand il fallait crier. Que ce ne soit pas parce que nous avions les mains vides, comme un mendiant le long de la route pour une miette de protestation tandis que le Progrès passait devant nous. Alors que nous aurions pu saisir le bâton avec lequel on aurait pu arrêter, au moins un instant, cette caravane macabre.

Pour mettre sur papier notre rage et trouver les mots pour exprimer nos désirs, on fait souvent recours à des écrits qui datent de bien avant notre propre naissance. Parfois on dit qu’ils sont dépassés, ces pamphlets anarchistes de l’ancien temps. Mais, justement, c’est là leur force. Au lieu d’être une application d’un modèle stérile, une reproduction visant à prouver que l’on a raison, ils se situent sur la lame du rasoir entre la critique totale et la présence dans des conditions spécifiques. Néanmoins, il faut être capable de comprendre les conditions spécifiques d’aujourd’hui. Sur le terrain social, on voit qu’aujourd’hui, après l’attaque néolibérale et idéologique à l’encontre de l’Etat social des années 90, a commencé la démolition de fait de la social-démocratie, avec la crise économique comme épée dans les reines (perversement déclenchée par l’idéologie néolibérale). Enseignement, santé, culture, transports en commun, urbanisme doivent prouver maintenant, plus que leur plus-value électorale, leur plus-value économique. Il faut épargner sur tous les domaines, il n’y a que l’appareil répressif qui reste hors d’atteinte (même si les prisons et le secteur de la sécurité sont aussi partiellement privatisés). En parallèle à ça, les maîtres européens Merkel, Sarkozy et Cameron viennent nous raconter que la société multiculturelle a fait faillite. Bref, c’en est fini de l’intégration douce, des réformes sociales et des subventions, de la distribution des places de pouvoir parmi les leaders des mouvements sociaux et des communautés. La paix sociale nous sera de plus en plus imposée durement, tandis que toujours plus de gens seront jetés par-dessus bord. Face au constat que la pauvreté augmente ou se maintient (il n’y a plus trop de perspectives d’ascension sociale), certains groupes ne semblent plus les bienvenus dans cette société. Il n’y a que le travail (décemment) rémunéré qui donne accès à l’intégration sociale, la prison devient un endroit par lequel certains passeront certainement plusieurs fois dans leur vies, les conflits de rue entre les gardiens de l’ordre et les jeunes sont devenus une constante.

Les soulèvements en Afrique du nord et son courant révolutionnaire sous-jacent trouvent aussi des échos de l’autre côté de la Méditerranée. Comme souvent, l’écho le plus médiatisé est probablement le moins intéressant. Les occupations des places publiques en Espagne (et dans d’autres pays) et les appels à une « vraie démocratie » semblent souvent n’être rien d’autre que des actes désespérés d’un électorat de gauche en pleine confusion depuis que les partis social-démocrates ont eux-mêmes enterrés le projet social-démocrate. Bien que je trouve sympathique que des gens prennent de l’espace et du temps pour remettre en question peut-être pas tout, mais quand-même pas mal de choses. Mais il serait naïf d’en rester là ; le pacifisme et le consensus des assemblées générales pompent trop d’espace et de temps. Il y en a même qui osent prétendre que les soulèvements dans le monde arabe étaient pacifistes et qu’ils ont été organisés par internet. Pour des raisons évidentes, les médias occidentaux portaient toute leur attention sur la place Tahrir, mais il me semble que c’étaient surtout les villes et villages où toutes les institutions du pouvoir (sièges du parti, bâtiments du gouvernement, commissariats) ont été attaquées et incendiées qui ont mis les régimes à genoux. Et ceux qui ont tenté de suivre Twitter lors du soulèvement en Egypte s’ennuyait à mourir tout comme ils pouvaient le faire devant la reproduction à l’infini des nouvelles d’Al-Jazeera (qui se trouvaient bien évidemment surtout sur la place Tahrir).

Au-delà des limites des désordres en cours, il y a quelques constantes encourageantes. Le grand silence face à l’Etat lors de décembre 2008 en Grèce, lors de novembre 2005 dans les banlieues françaises et lors d’autres conflits sociaux. Pas de revendications formulées, pas de représentants désignés, pas de dialogue. Les possibilités de récupération sont par là sérieusement limitées. En plus, la démocratie montre elle-même son refus d’offrir des réponses en-dehors d’une répression dure. Même face aux braves citoyens « indignés », les matraques régnaient. Probablement que l’Etat a maintenant opté pour un scénario dans lequel il stimule une guerre de tous contre tous (ou communauté contre communauté). Une tendance déjà présente et en pleine croissance sur d’autres continents. Dans une telle histoire, l’Etat base sa propre légitimité sur le rôle d’arbitre (et il n’est pas nécessairement toujours neutre).

 

Que cela soit clair, je ne suis pas à la recherche de la formule applicable au contexte social et qui fournira inévitablement la solution à tous les problèmes. Je ne pense pas non plus que le contexte spécifique soit partout pareil. C’est avec un certain amusement, mais aussi une dose d’indignation, qu’on a pu constater que l’illusion du déterminisme historique vit toujours. Et que ses mots prophétiques arrivent encore à faire tomber beaucoup de personnes sous ses charmes. Il y en a qui ont prédit l’insurrection ou la guerre civile en pointant au même moment qu’elles étaient déjà présentes. Il y en a qui ont la bouche pleine de multitude ou de démocratie de base aussi bien déjà existants qu’en devenir. Le capitalisme nous aurait fourni la base pour sa propre négation. On ne devrait que le défaire de nous et ceci par une espèce de formation d’auto-conscience, un projet politique. Je comprends que des marxistes en tout genre (post-, néo-, acolytes du jeune Marx, ou du Marx du temps de son pamphlet sur la Commune de Paris etc.) aient été assez déconcertés lorqu’il est devenu clair que les sujets révolutionnaires se transformaient en groupes-cible du clientélisme et des réformes social-démocrates. Certains ont peut-être retourné leurs vestes pour des raisons plutôt pragmatiques (la pression répressive, les racines de la carrière académique, les listes vides des adhérents…). En tout cas, une partie d’entre eux à jeté par-dessus bord la dialectique. Maintenant ils enlacent l’immanentisme. Ce même jeu philosophique par lequel le christianisme a aussi cherché à se rénover. Une fois qu’il fut clair pour tout le monde qu’il n’y avait pas de Dieu au-dessus de nous qui puisse nous punir et ou nous récompenser, et qu’une vie sans Dieu est bien sûr possible, ils nous ont raconté que Dieu était partout présent (et surtout dans les « bonnes » choses) et qu’il ne fallait pas considérer Dieu comme un être tout-puissant (et donc juste ou injuste) au-dessus de la terre (bien que certains l’aient prétendu pendant des siècles).

Ainsi, le Communisme ne serait plus le résultat d’un événement violent, politique : la Révolution. Il serait déjà présent partout et il faudrait juste que nous le portions à sa pleine conscience. De cette manière, l’aspect le plus intéressant de la dialectique, c’est-à-dire la rupture, disparaît. La rupture, ce moment où qui fait parti de la force révolutionnaire et qui voit son intérêt dans le maintien de la société actuelle devient clair. Dans la version marxiste, ceci est évidemment déterminé par les intérêts économiques respectifs et il n’est pas vraiment possible de parler d’un choix (sans quoi le sujet révolutionnaire et l’inévitabilité/déterminisme s’avèreraient bâtis sur du sable). Sans une rupture sur le plan du contenu, ni la multitude ni la guerre civile ne peuvent nous assurer qu’elles ne soient pas des continuations du projet capitaliste, qu’elles ne soient pas simplement de nouvelles formes d’apparence des mécanismes autoritaires. Il faut bien reconnaître que depuis leurs naissances, le capitalisme et l’Etat ont été assez doués dans la tâche d’étouffer la résistance en se renouvelant à chaque fois. Par la récupération et la répression (et en sacrifiant, si nécessaire, une partie d’eux-mêmes), ils ont réussi à s’adapter et à rester vivants. Et c’est justement parce qu’ils ne sont pas des corps parasitaires, mais pénétrants dans tous les rapports sociaux, qu’ils ont été couronnés de succès. Voilà pourquoi l’insurrection (individuelle) doit tellement nécessairement aller de pair avec une critique de toute autorité et avec la volonté de construire d’autres rapports sociaux. Nous devons affirmer cette rupture dans le plus de moments possibles pour éviter que nous, tant en tant qu’individus que dans notre lutte, nous laissions entraîner par des mécanismes autoritaires.

 

La démocratie n’est plus cet horizon indépassable. Elle n’est plus une évidence. La paix sociale est chaque jour un peu plus clairement une paix imposée par le chantage du travail (et l’accès à l’argent pour survivre et « vivre »/consommer) et la répression. Il ne suffit plus de vouloir provoquer des fissures dans le mur de la paix sociale. Je pense qu’aujourd’hui, le défi est plus grand. La paix sociale commence à se fissurer en de nombreux endroits. Un mécontentement et une rage rôdent. Et les prêcheurs religieux et nationalistes sont prêts à recruter. Nous devons être prêts à montrer que la solidarité, l’auto-organisation et l’action directe peuvent nous renforcer. Que celles-ci sont des idées vivantes qui peuvent nous donner de la force face au néant de l’existence capitaliste. Nous devons aussi être capables de tisser des liens entre des groupes qui sont séparés socialement et/ou géographiquement. Nous devons développer une créativité d’agir pour attaquer le pouvoir sous toutes ses formes et surtout sortir les conflits de leurs territoires traditionnels pour en donner une dimension plus large. Aujourd’hui, nous pouvons affirmer « Nous voulons la révolution » parce que ce mot n’est pas vide, mais au contraire quelque chose auquel on peut donner chaque jour d’avantage de signification.

About

The subversive bookfair aims at a mutual enrichment across the borders, to put the question of revolutionary perspectives on the table.
Read the invitation in: english , français , deutsch , italiano, nederlands, castellano.
.
We’d like to get as much out of this encounter as possible and think written contributions can add to this. This website facilitates the spreading of contributions before the bookfair.
By clicking on 'Browse' or looking at the 'Contributions' menus, you can find the contributions in different languages.

When? Where?

The Subversive Bookfair will take place on Saturday 15th & Sunday 16th of October (2011) in Brussels

Contact

subversivebook@riseup.net