Oct 14, 2011 Comments Off on Affiche
Oct 14, 2011 Comments Off on To anarchist or not to anarchist?
To anarchist or not to anarchist?
Naar aanleiding van de uitnodiging omtrent de boekenbeurs wil ik een bijdrage sturen. Ik blaas ongetwijfeld valse noten in het licht van de meeste andere bijdragen, maar ik beschouw me als anarchist en dus anti authoritair en ben ook persoonlijk begaan met de uitkomst van deze discussie. Ik heb nooit eerder mijn gedachten omtrent het hedendaags insurrectionalisme op papier gezet. Dit is wellicht een goede gelegenheid om dat uiteindelijk te doen.
Ik vind de uitnodiging en de meeste bijdragen ronduit retorisch en herken hierin een ziekte die in ons milieu ondertussen te lang heeft geheerst.
De uitnodiging gaat ervan uit dat wat ons in de toekomst te wachten staat is te « weten bij te dragen om het vuur [van de revoltes] richting de vrijheid te orienteren. » Dergelijke uitspraakt keert mijn maag om. Het orienteren van revoltes is iets wat ik liever aan partij communisten overlaat. Eigen aan anarchisme is voor mij dat alle deelnemers aan een gebeurtenis op gelijke basis betrokken zijn. Het meer fundamentele probleem dat deze zin aan het licht brengt is dat de auteur ervan uitgaat dat we onder anarchisme hetzelfde verstaan, dat we de zelfde analyse over de toekomst maken, dat we dezelfde doelen voor ogen hebben en dat we het eens zijn over de middelen om deze doelen te bereiken. Ik denk te mogen zeggen dat dit niet het gevolg is van een doorgedreven collectief proces die on tot zo’n krachtige consensus heeft geleid, maar eerder de arrogantie van degenen die zich onfeilbaar achten sinds ze tegen de rotte berg van burgerlijk salon anarchisme hebben gestampt.
(Waarschijnlijk) tegen wil en dank zal ik me dus permitteren om terug te gaan naar de basis, naar wat anarchisme is, wat maatschappelijke situatie is waarin we ons bevinden, naar wat onze doelen zijn in een anarchistisch project en slechts als laatste, wat de middelen zijn die ons in staat kunnen stellen om onze doelen te verwezelijken. Het is tijd om de leugen dat we geen nood hebben om bij de basis te beginnen voor eens en voorgoed te verwerpen en de rotte bagage die we de laatste jaren met ons meedragen te dumpen. Er is een weerstand tegen doelmatig denken, een weerstand die er toe dient om het rationeel in vraag stellen van de retoriek te vermijden. Ya basta!
Dit model, analyse → orientatie → doel → middel → uitvoering, heeft nog een vereiste. De « we » en « ons » uit de vorige zin moeten gedefinieerd worden.
Ik zal ervan uitgaan dat « we » anarchisten zijn en zal dus proberen verduidelijken wat dat voor mij betekend. Anarchisme is een politiek ideaal. Een ideologie en omvat dus ideeen ivm de sociale relaties tussen mensen en het maatschappelijk model waarin deze samenleven. Dit is een positieve ideologie. We geloven in het respecteren van elkaar, het vermijden van uitsluiting en van machtsposities. Het leven in een anarchistische gemeenschap vergt dus van de inwoners een resum van vaardigheden die deze idealen mogelijk maken. Het leven van een anarchist in een niet-anarchistische samenleving vergt evenzeer een aantal persoonlijke eigenschappen die juist in deze vijandige omgeving toch toelaat voor deze waarden te vechten en actief solidair te zijn met degenen die met onderdrukking te maken krijgen. Beiden zijn onlosmakelijk verbonden want niets is absoluut en samenlevingen zijn in beweging en een anarchistische gemeenschap zal evenzeer te maken krijgen met personen of groepen die deze waarden niet delen.
Deze eigenschappen zijn onder andere dapperheid (bv om confrontaties aan te gaan wanneer dat nodig is, om te zeggen wat gezegd dient te worden), eerlijkheid en oprechtheid (bv door retoriek achterwege te laten), een portie sociale vaardigheden, veeleisendheid, zelf-discipline, emphatie, energie, een groot hart, wat intellegentie en wijsheid (om een minimum door de propoganda te zien), de wil om serieus aan jezelf te werken en wellicht nog bescheidenheid ook… Voor mij is anarchist zijn in elk geval een hele uitdaging waar ik dagelijks voor moet knokken. Het is alles behalve vanzelfsprekend, wat mij wrang gevoel geeft bij mensen die doen uitschijnen dat het dat wel is. Het verklaart ook waarom we marginaal zijn, waarom Leo Ferré zingt : « il n’y a pas un sur cent …» Dit inzien is fundamenteel voor ons denken en voor onze strategische keuzes en ik kom er nog op terug.
Er zijn voor mij 4 fundamentele niveaus waarop het anarchist zijn zich uit. Eerst en vooral is er het werken aan jezelf. Ten tweede is er het werken aan de relaties tussen ons. Dan aan de relaties die we persoonlijk of in groep hebben tegenover onze buren (zowel ideologisch als geografisch) en als vierde is er het verspreiden van anarchistische ideeen op een grote schaal (bv door affiches te plakken, zichtbare acties te doen, pamfletten te verspreiden, etc. )
Voor mij is het een evidentie dat deze vier niveaus in volgorde van prioriteit opgesomd zijn. Ik heb echter de indruk dat dit voor anderen alles behalve evident is en dat er veel energie gaat in het vierde niveau, nog een beetje in het derde en dat de eerste twee niveaus zogoed als van de kaart verdwenen zijn. Het is iets wat mij vaak heeft ge-ergerd.
Nu we naar de de basis van het theoretisch kader zijn afgezakt wil ik graag stap voor stap opklimmen en een aantal van de uitspraken uit de verschillende teksten analyseren op het niveau waar ze thuishoren.
ANALYSE en ORIENTATIE
Gezien ik pas op het laatste moment van deze uitnodiging afwist en ik weinig actualiteit volg is het moeilijk om een echt zinnige analyse te maken van de maatschappelijke situatie waarin we ons bevinden. Ik zal me tot 2 ideeen beperken. Een analyse die los staat van specifieke gebeurtenissen en één die uitgaat van de analyse die naar voor wordt geschoven in verschillende van de bijdragen.
Als we anarchisme beschouwen zoals hierboven beschreven, dan is het duidelijk dat er ook een tegenpool bestaat. Zij die niet de anarchistische waarden delen, of op zijn minst niet de capaciteiten om anarchisme in praktijk om te zetten of simpelweg onze analyse, onze keuzes van doelen en middelen niet delen.
Het lijkt me dat we als anarchisten in een zeer kleine minderheid zijn. Eigenlijk is samenleven gewoon moeilijk hoe je het draait of keert. Ongeacht de gebeurtenissen zullen we volgens mij altijd een kleine minderheid blijven en daar moeten we dus rekening mee houden.
In verschillende bijdragen wordt gesteld dat we in heel speciale tijden leven. Dat er geen precedent is verteld ons een titel. Jammergenoeg blijft het wederom bij sfeerschepping zonder enige argumentatie. Ik zal er dan ook niet diep op ingaan. Het volstaat om te onthouden dat wat er ook gebeurt (het einde van de sociale en andere vrede in europa bv) de kans klein is dat grote groepen mensen plots anarchisten worden in de zin van de boven beschreven eigenschappen. Persoonlijk zie ik weinig nieuws onder de zon.
Op het vlak van mogelijke medestanders, ideologische buren, onderscheid ik twee voorname groepen. Enerzijds zijn er degenen die zichzelf anarchisten noemen, maar bijna allen west europees en blank zijn en die om redenen van opportunisme weinig voelen voor revolte. Ze kennen niet de miserie van dagelijks racisme en armoede en zijn weinig combatief. Ze zijn filosofisch onderlegd, denken na over ecologie, gender enzovoort, maar zijn niet te vinden voor echte confrontatie.
Laat mij een voorbeeld uitlichten. Pascifisten bv kunnen ideologische buren zijn omdat we uiteindelijk ook tegen geweld zijn. Het feit dat zij weigeren geweld te gebruiken is niet iets waar we hen op kunnen aanspreken. Geweld is een typische katalysator van onderdrukking en autoriteit en we moeten ze in de basis begrijpen. We kunnen er echter twee problemen mee hebben.
Enerzijds als ze van hun pascifisme een moraal maken, en zich dus afzetten tegen mensen die geen pascifist zijn. Laten we niet vergeten dat de meeste politieke correctheid dergelijke problemen met zich meebrengt, niet enkel pascifisme. In het licht van een externe vijand worden interne breuken nooit geapprecieerd.
Anderzijds gaat het om resultaten. Uiteindelijk zijn we allergisch aan pascifisten omdat het resultaat van hun inspanningen uiteindelijk het status quo in de hand werkt. Ze beperken zich tot overtuigen, tot symbolische actie en zijn zo nog utopischer dan de rest van ons.
Ik beschouw dergelijke mensen als ideologische buren omdat ze een deel van de anarchistische waarden delen, maar niet allemaal en omdat er dus een probleem is om met hen concrete resultaten te bereiken ten opzichte van het huidig systeem, omdat ze het niet willen aanvallen. Op niet offensieve wijze zijn ze misschien wel anti-autoritair, ze hebben misschien oog voor gender issues, machtsrelaties in de groep, het milieu, etc. Er valt dus misschien mee samen te leven, maar niet mee te strijden.
Aan de andere kant zijn er ideologische buren die een zekere haat tegenover het systeem met ons delen. Zij hebben de nodige impulsen om te revolteren in de praktijk en het systeem aan te vallen. Vele factoren kunnen meespelen, ontevredenheid, wanhoop of een teveel aan testosteron. Vaak delen ze echter niet een hele hoop andere anarchistische waarden zoals onze anti-autoriteit, gender etc. Uiteindelijk ligt het probleem opnieuw bij de resultaten. Met veel fantasie kunnen we ons misschien voorstellen dat we samen revolteren, dat ze een breuk met de realiteit kunnen veroorzaken, maar daar blijft het ook bij. Er valt niet mee samen te leven, omdat we niet dezelfde waarden hebben.
Natuurlijk zijn er allerlei mensen die zich dicht of ver van ons bevinden en allerlei combinaties van analyses, waarden en karaktereigenschappen met ons delen. Bovenstaande zijn enke twee prominente voorbeelden die ik aanhaal omdat ik de indruk heb dat we de neiging hebben op de eerste te spuwen en op de tweede te geilen zonder veel nuchterheid. We vinden het gebrek aan resultaten bij salonanarchisten een probleem, maar niet bij zij die revolteren. Het lijkt me dat we ons hebben afgezet als pubers, en dat het tijd wordt om alles meer in evenwicht te brengen en ons denken te laten rijpen.
In de analyse zouden we ons ook moeten afvragen hoe het zit met de reactionaire krachten. Het is duidelijk dat er een systeem heerst dat allerminst onbewust is van zijn tegenstanders. Zowel op vlak van propaganda als van repressie is het bedreven. Er wordt ijverig gewerkt aan strategieen om de bevolking te controleren en om verzet moeilijk te maken. Om het kort te houden betekend het dus vooral dat we er rekening mee moeten houden in de keuzes die we maken. Zij die beweren met repressie geen rekening te willen houden zitten op een wolk en zijn een gevaar voor degenen die ze meeslepen.
Verder is er dat fin de siecle gevoel dat alles op veranderen staat, dat het systeem aan het wankelen is. Het lijkt me voornaam niet uit het oog te verliezen dat zelfs al zijn er wat meer opstootjes, zelfs al zijn er economische, ecologische of energie crisisen, of heerst er oorlog, een ding dat door geen enkele crisis bedreigd wordt is slecht karakter, egoisme en de wil om profiteren van de onderdrukking van anderen, wel in tegendeel. Het kapitalistisch systeem zoals we dat kennen mag misschien op een dag wel wankelen, maar niet de sociale verhoudingen waaraan we een hekel hebben.
DOELEN
Na een analyse zouden we ons de vraag kunnen stellen wat de doelen moeten zijn van het anarchistisch project. We zouden kunnen zeggen de « brede en diepgaande subversie van de sociale verhoudingen ». Dit is een mooie droom. In wezen komt dat echter neer op de brede uitzaaiing van het anarchisme. Als de sociale verhoudingen danig gesubverteerd zouden zijn dat we ermee zouden kunnen leven, dan moeten al deze personen anarchisten zijn. Om eerlijk te zijn lijkt het mij een weinig realistisch doel.
Als bepaalde doelen te hoog gegrepen zijn moeten we misschien verkleinen in schaal. Aan de sociale verhoudingen werken op de andere drie niveaus eerder beschreven. Of we kunnen over nog een hele resum andere doelen nadenken. Een manier om na te denken over een moeilijke situatie is te kijken of we mogelijkheden kunnen openhouden. De mogelijkheid om niet allemaal geficheerd te zijn zou er een kunnen zijn om serieus over na te denken. De mogelijkheid om onderduikadressen te hebben, middelen te hebben, of meer offensief onderzoek naar bepaalde technologieen te saboteren.
De mogelijkheid creeren om in te gaan op de basis noden zoals voeding, onderdak en gezondheidszorg en zo iets wezenlijks te bieden te hebben. Een probleem met de aantrekkelijkheid van anarchisme (zowel op grote schaal als naar anarchisten die ouder worden, kinderen krijgen…) is dat het veelal bij woorden en enkele offensieve acties blijft. We hebben geen body. « …as long as we suffer apart from one another, you can hold my hand, but you can never hold my heart… »
Ik heb hier niet de ambitie om volledig te zijn. Ik wil enkel wat ideeen lanceren in de hoop dat het tot denken stemt.
MIDDELEN
Als middel vraagt de uitnodiging ons te denken over hoe we het vuur richting de vrijheid kunnen orienteren. Het vuur van populaire revoltes die de laatste jaren hebben plaatsgevonden. Als we onszelf niet als voorhoede beschouwen betekend dat die mensen die neiging hebben om te revolteren tot het anarchisme bekeren. In de praktijk betekend het in elk geval ze te ontmoeten en een echt contact creeren en dan zien of we ze met anarchisme kunnen inspireren of niet. Ai ferri corti heeft ons voor een paradox gesteld. We kunnen namelijk wel denken dat mensen pas klaar zijn voor echte vragen als er een radicale breuk is met de normaliteit, maar het lijkt me dat op deze vragen slechts echte antwoorden kunnen volgen als de revolte niet op los zand is gebouwd. Zolang we enkel het verlangen tot revolte delen kan er weinig moois uit voortkomen.
Er wordt ergens gesteld dat het revolutionair project geen kwestie van overwinningen is, maar een permanent werk. Ik ben ervan overtuigt dat het anarchistisch project beide nodig heeft. Het permanente werk daar heb ik het al kort over gehad. Ik wil in elk geval aan mezelf werken en op een anarchistische manier samenleven met mensen die dat ook doen. Het geeft me veel kracht om met anderen te discussieren en bewust om te gaan met onze inter persoonlijke relaties. Om continu kennis te delen en een wereld te creeren die een solide basis geeft. Uiteindelijk moeten we allemaal eten, en dus is bv een landbouwproject een stap die ons meer zelfstandigheid geeft en ons verbindt. Het laat ons ook toe om in de praktijk met anarchisme te experimenteren. Samen met kraken laat het ons toe om niet te moeten gaan werken voor een baas om te overleven. Ik heb in elk geval ontdekt dat ik moeilijk kan strijden samen met mensen waarmee ik niet kan samenleven.
Ik heb ook nood aan overwinningen. Onze capaciteit om iets te doen in deze wereld, wat dan ook, betekent dat we middelen nodig hebben, dat we informatie over onze tegenstanders nodig hebben. Ik wil niet blijven schipperen tussen dromen van een verre revolutie en de ramen van de winkelstraat nog eens aan diggelen slaan. We hebben er nood aan om na te denken wat ons echte macht geeft. Macht die we nodig hebben als we echt aangevallen worden, of als we zelf echt offensiever willen zijn. De voorgevel van een kapitalistisch systeem aanvallen is lang niet altijd het meest effectief. Het is al zeker niet effectief om onszelf enige bescherming te geven. Het zal voor mij een overwinning zijn op ons zelf als we af en toe een concreet resultaat weten te boeken. Niet alleen kunnen we daar concreet iets aan hebben, success is ook aanstekelijk.
Tot slot …
… wil ik nog even terugkomen op de discussieteksten die voorliggen. Ik ben zeker ook geinspireerd als plots tal van mensen gaan rebelleren. Ik vind het echter belangrijk dat als we daar iets mee willen doen, dat we dat ook serieus nemen. Ik geef toe dat ik niet goed heb gevolgd wat er de laatste maanden in de Maghreb is gebeurd, maar het lijkt me duidelijk dat de mainstream media ons in elk geval wil vertellen dat het revoluties zijn. De vraag is maar net wat er achteraf in de plaats komt, want het zou ook eerder een machtswissel dan een revolutie kunnen zijn. Ik wil graag goed onderzochte, informatieve en oprechte artikels lezen over wat er gebeurd. Ik wil ook graag de revolutionairen echt ontmoeten en kijken of er een toekomst is voor ons samen.
Wat ik niet wil is teksten lezen die weinig zeggend zijn, die referenties maken naar gebeurtenissen zonder informatieve waarde, zonder argumentatie en die geilen op revoltes zonder ons echt af te vragen wat de betekenis van deze gebeurtenissen echt is. Anarchisme is zelf denken en zelf een mening vormen. Ik heb er weinig boodschap aan meningen te lezen als ik vooral informatie mis. Ja ik ben tegen propoganda en retoriek omdat het inderdaad probeert te overhalen en niet te overtuigen. Ik ben er na de jaren nog steeds en nog steeds niet overtuigd, nog overhaalt, wel in tegendeel.
Ook de klaagzang over het gebrek aan internationalisme vind ik lamentabel. Als we lokaal niemand weten te inspireren omdat onze sociale verhoudingen te rot zijn of omdat we slechts een mening te bieden hebben, is de oplossing niet om dan maar internationale bondgenoten te gaan zoeken. Los daarvan is het geen slechte zaak om elkaar te ontmoeten en te discussieren.
Ik hoop dat de dag dat we ons evenwicht vinden niet te lang op zich laat wachten.
Oct 14, 2011 Comments Off on To anarchist or not to anarchist?
To anarchist or not to anarchist?
J’aimerais apporter ma contribution en réponse à l’invitation à la rencontre autour du livre subversif du 15 et 16 octobre 2011 à Bruxelles. Je vais probablement faire tache d’huile sur la toile que peignent la plupart des autres contributions, mais je me considère anarchiste, donc antiautoritaire, et je ne suis pas indifférent à l’issue de ces discussions. Je n’ai encore jamais mis sur papier mes idées sur l’insurrectionalisme contemporain et cette invitation est probablement une bonne occasion de le faire.
La plupart des contributions me semblent très rhétoriques et j’y décèle une maladie qui a régné bien trop longtemps dans notre milieu.
L’invitation suppose que ce qui nous attend dans le futur sera de « savoir contribuer à orienter le feu [des révoltes] vers la liberté. » Une telle expression me retourne l’estomac. Orienter des révoltes est quelque chose que j’aimerais laisser au communistes de parti. L’anarchisme implique nécessairement que tous les participants d’un événement s’y trouvent impliqués sur une base égale. Mais le problème plus fondamental que révèle cette phrase est que l’auteur suppose qu’on interprète tous de la même manière ce qu’est l’anarchisme, qu’on analyse pareillement ce que sera le futur, qu’on poursuit les mêmes buts et qu’on est d’accord sur les moyens de parvenir à ces buts. Je me permets de dire que ce n’est pas un processus collectif approfondi qui a conduit à supposer un tel consensus, mais uniquement l’arrogance de ceux qui se sentent infaillibles depuis qu’ils ont prétendu avoir dépassé l’anarchisme de salon.
J’aimerais donc revenir à la base, à ce qu’est pour moi l’anarchisme, à la situation sociale dans laquelle nous nous trouvons, aux buts d’un projet anarchiste et, finalement, aux moyens d’atteindre ces buts. Il est temps d’enfin rejeter le mensonge affirmant qu’il n’est pas nécessaire de partir de la base et d’éliminer le fardeau pourri qu’on traîne derrière nous depuis ces dernières années. Il y a une résistance contrela pensée construite et rationnelle, une résistance qui cherche a éviter un réel questionnement de la rhétorique. Ya basta!
Pour moi, l’anarchisme est un idéal politique, une idéologie. Il contient des idées sur les rapports sociaux entre les gens et le modèle social dans lequel ils vivent ensemble. C’est une idéologie positive. En tant qu’anarchistes, nous croyons qu’il faut se respecter les uns les autres, qu’il faut éviter l’exclusion sociale et les positions de pouvoir.
Vivre dans une communauté anarchiste demande de ses habitants des aptitudes qui permettent de matérialiser ces idéaux. Mais la vie d’un anarchiste dans une société non anarchiste exige également des caractéristiques personnelles qui permettent de se battre pour ces idéaux dans un environnement hostile, et de se solidariser avec ceux qui souffrent de l’oppression. Ces deux aspects sont intimement liés car rien n’est absolu, les sociétés bougent, et une communauté anarchiste aura toujours affaire à des gens qui ne partagent pas ses valeurs.
Parmi ces caractéristiques, on trouve le courage (par exemple pour se confronter quand il le faut et pour s’exprimer quand on doit communiquer), honnêteté et sincérité (pour ne pas avoir recours à des moyens rhétoriques), un grand nombre de caractères sociaux notamment l’exigence, l’auto-discipline, l’empathie, l’énergie, « avoir le cœur devant », une certaine dose d’intelligence et de savoir (pour percer à jour un minimum la propagande), la volonté de travailler sur soi et, probablement, la modestie… Pour moi, être anarchiste est un défi sérieux pour lequel je me bats chaque jour. Ce n’est pas du tout évident, et c’est ce qui engendre un sentiment d’amertume quand des gens prétendent que ça l’est. Ça explique aussi pourquoi on est marginal, pourquoi Léo Ferré chante: “il n’y en a pas un sur cent.” Cette perception doit traverser toutes nos pensées nos choix stratégiques et j’y reviendrai plus tard.
Pour moi l’anarchisme s’exprime sur quatre niveaux. D’abord, il y a le travail sur soi-même. Viennent ensuite les rapports sociaux entre nous. Puis, les relations qu’on a personnellement ou en groupe avec nos voisins (idéologiques ou géographiques). Finalement, la diffusion des idées anarchistes à une plus grande échelle (ex. des affiches, des tracts, des actions visibles).
Il est évident pour moi que l’ordre dans lequel ces différents niveaux sont cités est également celui de leur priorité. J’ai cependant l’impression que cette évidence n’est pas partagée par tous et qu’on a tendance à mettre beaucoup d’énergie dans le quatrième niveau, un peu dans le troisième mais que les deux premiers ont complètement disparu, et cela m’a souvent irrité.
Maintenant que je suis descendu à la base du cadre théorique, j’aimerais remonter pas à pas et analyser certaines déclarations des différents textes au travers du modèle analyse → orientation → buts → moyens → exécution.
ANALYSE et ORIENTATION
Étant donné que je n’ai reçu cette invitation qu’au dernier moment et comme je suis peu au fait de l’actualité, il est difficile de faire une analyse intéressante de la situation sociale dans laquelle on se trouve. Je me limiterai a deux manières de l’approcher. Une première analyse, générale et séparée des évènements spécifiques, et une autre qui part de certaines propositions de plusieurs contributions.
Si on considère l’anarchisme comme décrit plus tôt, il est clair qu’il existe aussi un monde qui n’est pas anarchiste. Il y a ceux qui ne partagent pas les valeurs anarchistes, ne possèdent pas les aptitudes pour mettre l’anarchisme en pratique, ou simplement ceux qui ne partagent pas nos analyses, choix de buts et moyens. Il me semble qu’en tant qu’anarchistes, nous appartenons à une petite minorité. En fait, il est simplement difficile de vivre ensemble. Peu importent les évènements, je crois qu’on restera toujours une petite minorité et qu’on doit garder ça en tète.
Dans plusieurs contributions, on peut lire qu’on vit des temps particuliers. « Sans précédent », nous dit un titre. Malheureusement, on reste dans un effet d’atmosphère sans aucune argumentation. Je ne vais donc pas gaspiller beaucoup de mots. Il suffit de retenir que, quoiqu’il arrive (la fin de la paix sociale en Europe par exemple), il y a peu de chance pour que des grands groupes de gens deviennent soudain anarchistes dans le sens expliqué plus haut. Personnellement, je ne vois rien de très particulier à cette époque.
Au niveau des alliés potentiels, des voisins idéologiques, je vois deux groupes principaux. D’un côté il y a ceux qui s’appellent anarchistes, mais qui sont presque tous des blancs d’Europe de l’ouest, et qui, par opportunisme, n’ont pas tant envie de se révolter. Il ne connaissent pas la misère du racisme quotidien, de la pauvreté, et sont peu combatifs. Ils ont des fondements philosophiques, ils réfléchissent à l’écologie, au genre, etc, mais n’ont pas envie d’une vraie confrontation.
Prenons un exemple. Les pacifistes peuvent être des voisins idéologiques parce que, au final, nous sommes aussi contre la violence. Nous ne pouvons pas leur reprocher le fait qu’ils refusent d’utiliser la violence. La violence est un catalyseur typique de l’oppression et de l’autorité et nous devons les comprendre sur ce point fondamental. On peut par contre avoir deux problèmes avec eux.
Premièrement s’ils font de leur pacifisme une morale et se distancient du même coup des gens qui ne la partagent pas. N’oublions pas que ce genre de problème est inhérent à la plupart des normes politiques, pas seulement au pacifisme. Face à un ennemi externe, les fractures internes ne sont jamais appréciées.
Deuxièmement, au sujet des résultats. Au fond, on est allergique aux pacifistes parce que le résultat de leurs efforts défend le statut quo. Ils se limitent à chercher à convaincre, aux actions symboliques et sont encore plus utopiques que nous.
Je les considère comme nos voisins idéologiques parce que nous partageons avec eux une partie des valeurs anarchistes mais pas toutes, et que se pose donc le problème des résultats concrets face au système actuel, puisqu’ils refusent de l’attaquer. Dans les moments non-offensif, ils peuvent bien être antiautoritaires, prendre en compte les questions de genres, des relations de pouvoir dans le groupe, de l’environnent, etc…. Potentiellement, il serait donc possible de vivre ensemble, mais pas de lutter ensemble.
De l’autre côté, il y a les voisins idéologiques avec lesquels on partage une certaine haine envers le système. Ils ont des élans pratiques de révolte et attaquent le système. De nombreux facteurs peuvent jouer là-dedans, mécontentement, désespoir, ou un surplus de testostérone. Souvent, il leur manque par contre également un nombre d’autres valeurs anarchistes comme notre antiautorité, notre sensibilité au genre, etc. Enfin, le problème se trouve de nouveau au niveau des résultats. Avec beaucoup de fantaisie, on peut imaginer se révolter ensemble, causer une rupture avec la normalité, mais ça s’arrête là. Nous ne pouvons pas vivre ensemble, car nous n’avons pas les mêmes valeurs.
Évidemment il y a toute sorte de gens, proches ou éloignés, qui partagent avec nous des combinaisons d’analyses, valeurs et caractéristiques. Je mentionne ces deux exemples car j’ai l’impression qu’on a tendance à cracher sur les premiers et à se masturber devant les deuxièmes sans beaucoup de sobriété. On critique les anarchistes de salon pour l’absence de résultats, mais cela ne nous pose pas de problème chez ceux qui se révoltent. Il me semble qu’on se démarque comme des adolescents rebelles et que le temps est venu de trouver l’équilibre et de faire mûrir notre pensée.
Dans notre analyse, on devrait aussi se poser des questions sur les forces réactionnaires. Il est clair que le système régnant n’est pas du tout inconscient de l’opposition. Il est expert tant au niveau de la répression que de la propagande. Il travaille avec diligence aux stratégies de gestion de la population et à empêcher la résistance. En une phrase, cela implique que nous devons le prendre en compte quand nous faisons nos choix. Ceux qui proclament ne pas vouloir faire cas de la répression se trouvent sur un nuage et sont dangereux pour ceux qu’ils emmènent dans leur trip.
Il y a de plus ce sentiment de fin de siècle, que tout est près de changer, que le système vacille. Il me paraît important de ne pas oublier que même s’ il y a plus de révoltes, même s’il y a des « crises économiques », écologiques, énergétiques ou encore des guerres, les seules choses qui ne sont menacées d’aucune crise sont la mauvaise fois, l’égoïsme et la volonté de profiter de l’oppression des autres, bien au contraire. Le système capitaliste qu’on connaît peut vaciller un jour, mais pas les rapports sociaux qu’on déteste.
BUTS
Après l’analyse, nous pouvons nous demander quels devraient être les buts d’un projet anarchiste. Une réponse pourrait être le « vaste et profond bouleversement des rapports sociaux ». Ceci est un beau rêve. Mais pratiquement, ça implique la diffusion large de l’anarchisme. Si les rapports sociaux étaient si bouleversés qu’il nous conviennent, cela impliquerait que toutes les personnes concernées deviennent anarchistes. Pour être honnête, je ne pense pas que cela soit réaliste.
Si certains buts sont trop élevés, nous devrions peut être réduire l’échelle. Travailler les rapports sociaux sur les trois autres niveaux déjà décrits. En plus, nous pouvons réfléchir à tout un tas d’autres buts possibles. Une des manières de considérer une situation difficile est de voir comment garder plusieurs options ouvertes. La possibilité de ne pas se trouver tous entièrement fichés vaudrait la peine d’être considérée. Se donner des moyens, ou, plus offensivement, saboter la recherche sur certaines technologies d’oppression.
Créer la possibilité de fournir les besoins de base comme la nourriture, le logement et les soins médicaux et au travers de ça, avoir quelque chose de substantiel à offrir. On ne peut pas imaginer attirer des gens vers l’anarchisme en ne se basant que sur des mots et des actions offensives (à grande échelle autant que pour les anarchistes qui vieillissent, qui font des gamins, etc..). On a pas de body.
Je n’ai pas là l’ambition d’être complet. J’ai juste voulu lancer quelques pistes de réflexion.
MOYENS
Comme moyen, l’invitation nous demande de considérer comment nous pourrions « orienter le feu vers la liberté ». Le feu des récentes révoltes. Si nous ne nous considérons pas comme une avant-garde cela implique de convaincre les potentiels révoltés de l’intérêt de l’anarchisme. Pratiquement, ça implique en tous cas de les rencontrer réellement et de voir ensuite si notre anarchisme les inspire. Ai ferri corti nous pose un paradoxe. On peut bien penser que sans rupture avec la normalité il est impossible de poser les bonnes questions, mais je pense qu’elles ne peuvent aboutir à des bonnes réponses que si la révolte a des bases solides. Tant qu’on ne partage pas plus que le désir de révolte, elle ne peut pas mener à du beau.
Quelque part, on peut lire que « le projet révolutionnaire ne vise pas des victoires, mais est un devenir permanent ». Je suis convaincu que le projet anarchiste à besoin des deux. Le devenir permanent, je l’ai déjà évoqué brièvement. En tous cas, je veux travailler sur moi-même et vivre avec des gens qui font la même chose. Ça m’apporte beaucoup de force de discuter avec d’autres et de vivre consciemment nos rapports sociaux, de partager de manière permanente nos savoirs et de créer un monde sur des bases solides. Au final, nous devons tous manger, alors un projet agricole est un pas qui nous donne plus d’indépendance et qui nous réunit. Il nous permet aussi de faire des expériences pratiques d’anarchisme. Si, en plus, on squatte, ça nous permet de survivre sans devoir bosser pour un patron. Je me suis en tout cas rendu compte que j’ai du mal à lutter aux côtés de gens avec qui je ne pourrait pas vivre .
« …as long as we suffer apart from one another, you can hold my hand, but you can never hold my heart… »
Mais j’ai aussi besoin de victoires. Notre capacité à faire quelque chose dans ce monde, n’importe quoi, nécessite des moyens et des information sur nos adversaires. Je ne veux pas continuer à balancer entre le rêve d’une révolution distante et encore une fois saccager les vitres des rues de commerce. On doit réfléchir à ce qui nous donne un vrai pouvoir. Pouvoir duquel on aura besoin pour nous défendre, ou pour être plus offensif. Attaquer la façade du système capitaliste n’est pas du tout toujours le plus efficace. Ça ne servira en tout cas pas à nous défendre. Je considérerai comme une victoire ce qui nous apportera un résultat concret. Non seulement ils servent directement, mais les succès sont une source d’inspiration.
Enfin…
… je veux encore revenir aux contributions présentes. Pour moi aussi la révolte est une source d’inspiration. Je crois par contre que, si on veut en faire quelque chose, cela exige une réelle implication. J’avoue que je n’ai pas bien suivi ce qui s’est passé dans le Maghreb ces dernier mois, mais il me semble clair que les gros médias veulent nous faire croire que ce sont des révolutions. La vraie question est ce qui vient ensuite. Il se pourrait bien qu’on assiste à un changement de pouvoir plutôt qu’à une révolution.
Je veux bien lire des articles bien documentés, qui donnent des informations et qui sont sincères. Je veux aussi bien rencontrer les révolutionnaires et voir si on pourrait vivre des choses ensemble. Ce que je refuse, c’est de lire des textes qui ne disent rien, qui font de nombreuses références à des évènements, sans valeur informative, sans justification et qui se masturbent sur des révoltes sans se poser vraiment la question de ce qu’est la signification des évènements. L’anarchisme c’est penser par soi-même, et se faire sa propre opinion. Quand il me manque de l’information, lire des opinions ne me sert à rien. Oui, je suis contre la propagande et la rhétorique parce qu’elles essayent de persuader et pas de convaincre. Après des années, je ne suis toujours ni persuadé, ni convaincu, bien au contraire. Et ceux qui sont facilement persuadés le seront tout aussi vite par quelqu’un d’autre.
Il en va de même pour la lamentation sur la manque d’internationalisme. Si on n’est pas une source d’inspiration localement parce que nos rapports sociaux sont trop pourris, ou parce que la seule chose qu’on a à offrir est une opinion, la solution n’est pas de chercher des compagnons ailleurs. Même si, naturellement, ça ne gène pas de se rencontrer et de discuter.
J’espère que le jour où nous trouverons notre équilibre n’est pas trop loin dans le futur.
Oct 11, 2011 Comments Off on Ideeën als wapens en het leven als objectief
Ideeën als wapens en het leven als objectief
Het meest krachtige wapen dat alle antiautoritaire personen delen en dat we ter harte moeten nemen, zijn onze ideeën. Dezelfde die vorm kunnen geven aan diepgaande veranderingen en ze kunnen uitlokken in de wereld die ons omringt. Overal rondom ons volgen opstanden en revoltes elkaar op die lijken aan te duiden dat we leven in een moment genegen aan de vrijheid, een historisch moment dat heeft toegelaten dat mensen uit hun gewoonlijk mentaal isolement stappen en dat ze hun hoofd opheffen om zich te laten verlichten door de kleine vonk van nieuwe ideeën.
In een dergelijke context is het normaal dat we ons afvragen wat we moeten doen en hoe we kunnen proberen om de realiteit die ons omringt te beïnvloeden. Het lijkt dat er evenveel antwoorden zijn als individu’s of groepen. Nochtans, tot mijn grote spijt, stel ik vast dat posities voorgaan en, volgens mij, kan dit enkel leiden tot een totale mislukking.
Een groot deel van wat de anarchistische wereld wordt genoemd neemt een bijna profetische houding aan tegenover de bevolking. Een houding die moeilijk op sympathie kan rekenen. Als, tegenover gelijken, we enkel ideeën gemummificeerd, gefossiliseerd of verankerd in reflecties stammend uit de vorige eeuw kunnen voorstellen – proberen om de “anarchistische” doctrine te prediken in een woestijn van aliënatie – zullen we alleen stuiten op, in het beste geval, onverschilligheid of, in het slechtste geval, een heftige afwijzing.
Dus, hoe ik het zie, moet de strategie van het moment zich aanpassen aan de realiteit en moeten we onze ideeën op een intelligente manier gebruiken. Lange jaren waarin het woord anarchist geloofwaardigheid verloor hebben het een taboe gemaakt en een concept waarvoor men moet wantrouwen. Het is om die redenen dat we stuiten op afwijzende reacties tegenover onze publicaties en onze propaganda. Nochtans, hebben we gepoogd om te praten over solidariteit, directe actie, wederzijdse hulp, of vrijheid zonder ons op te sluiten in een etiket? Naar mijn ervaring kan ik zeggen dat er veel meer mensen zijn dan we ons inbeelden die het ideaal van de emancipatie delen, hoewel ze het etiket waarin velen onder ons zich plaatsen en dat we gebruiken om ons te definiëren, weigeren.
Mijn eigen gedachtegang leidt mij tot het besluit dat we moeten weten te leven volgens de tijden die met ons overeenkomen en dat we er toe in staat moeten zijn om de anachronismen en de zelf-referentiële dynamieken achter ons te laten. Dat staat ons toe om onze ideeën en onze waarden te delen met de rest van de wereld; zowel in de straten als in de assemblees. Als we afdalen van ons voetstuk en we nederig onze ideeën verspreiden zonder ze op te sluiten in om het even welke ideologische kapel, dan zullen we waarschijnlijk komen tot ideeën die de mensen bijeenbrengen en verenigen, en hen in stelling brengen tegenover de gemeenschappelijke vijand: de Staat en het Kapitaal.
Uiteindelijk hebben wij allemaal genoeg van dit precair werk dat ons uitbuit en ons vervreemdt; dat van ons ons recht om te leven steelt. Wij hebben allen moeite met de gedachte dat het comfort van onze zetel baadt in het onschuldige bloed van onze broeders uit andere continenten. Het is waar dat een significant deel van de bevolking liever de ogen sluit en zijn stilte laat betalen in ruil voor de koopwaar aangeboden door de maatschappij van de welvaart; maar die tijden zijn voorbij. Wij zien hoe, in heel Europa, de economische overvloed zonder genade afneemt en hoe de welvaartsstaat op zijn laatste benen loopt. Wanneer de televisie, het toerisme en de industrie van het spektakel niet langer een wereld in ontbinding kunnen verbergen, wanneer de arbeiders zien dat ze niet langer winstgevend zijn voor het systeem en dat hun periodes van inactiviteit zich opvolgen, enz. Dan zal het grote deel van de bevolking zich verplicht zien om te kiezen tussen het autoritarisme en de vrijheid.
Als tijdens de jaren die ons nog resten voor het keerpunt, we ons niet vaardig tonen in het bescheiden delen met de rest van de wereld van onze visie en onze ideeën hoe de enige wereld op te bouwen waarin we echt vrij kunnen zijn (dat betekent levend zijn), dan zullen we zien hoe, eerder dan we ons kunnen inbeelden, parlementaire neo-dictaturen zich vestigen meer aangepast dan ooit, en die ons de emancipatorische horizon afnemen. Het is des te meer een vruchtbaar moment omdat de politieke kapitalistische klasse een moment van bijna volledige delegitimisering doormaakt, die haar zwakker maakt dan ooit tevoren.
Als we falen, zullen wij de verantwoordelijkheid dragen. Dat zal onze incapaciteit weerspiegelen om echt in staat te zijn om alles op het spel te zetten, om ons te ontdoen van alle oude, antieke en lege vormen en om de gok te maken van de echte revolutie. Als we triomferen zal de bevrediging elke voorgaande opoffering rechtvaardigen.
Cronos
Oct 11, 2011 Comments Off on Ideas as weapons and life as objective
Ideas as weapons and life as objective
The most powerful weapon that all anti-authoritarian persons share and that we have to take to heart, are our ideas. Those that can cement and provoke profound changes in the world we live in. Everywhere around us uprisings and insurrections follow that seem to indicate that we live in a moment favourable for freedom, a historical moment that allowed people to leave their usual mental isolation and to raise the head to be illuminated by the small sparkle of new ideas.
In a context like this, it is normal that we all ask ourselves what to do and how to have an influence on the reality that surrounds us. It seems that there are as much answers as individuals or groups. Nevertheless, much to my regret, I see that postures prevail and, according to me, these can only lead us towards a total failure.
A big part of what is called the anarchist world displays an almost prophetic attitude towards the population, which will be hardly greeted with sympathy. If, to our fellow creatures, we can only present ideas mummified, fossilized or anchored in reflections from the past century – trying to preach the “anarchist” doctrine in the desert of alienation – we will meet, in the best case, only indifference or, in the worst case, a visceral rejection.
Thus, how I see it, the strategy of the moment has to adept to the reality and we have to use our ideas in an intelligent way. Long years of processes of decredibilitation have made the word anarchist a taboo and has made it a concept to distrust. It’s for that reason that we come up against reactions of rejection towards our publications and our propaganda. Yet, have we tried to talk about solidarity, direct action, mutual aid or freedom without shutting ourselves away behind any label? In my experience, I can say that there are much more people than we can imagine who share the ideal of emancipation, although they refuse the label behind which a lot of us place ourselves and that we use to define ourselves.
My own reflection leads me to the conclusion that we have to know to live following the times that we correspond with and have to be capable to overcome the anachronisms and the self-referential dynamics. That will allow ourselves to share our ideas and our values with the rest of the world; as well in the streets as in assemblies. If we come down from our pedestal and we humbly spread our ideas without locking them up in any ideological chapel, then we will probably come to ideas that gather and unify people, and oppose them to a common enemy: the State and the Capital.
After all we all have enough of this precarious work that exploits us and alienates us; that steals our right to live. We all have it difficult with the fact that the comfort of our sofa bathes in the innocent blood of our brothers from other places. It is true that a significant part of the population prefers to close their eyes and let pay their silence in exchange for commodities offered by the society of well-being; however these times are bygone. We see how, all over Europe, the economical affluence drops ceaselessly and how the Welfare state rapidly disappears. When the television, tourism and the industry of the spectacle can no longer hide a decomposing world, when the workers see that they are no longer profitable for the system and that their periods of inactivity follow one after the other, … Thus a large part of the population will be obliged to choose between authoritarianism and freedom.
If during the years before the inflexion point, we don’t show ourselves capable of humbly sharing with the rest of the world our vision and our ideas how to construct the only world in which we can really be free (that means being alive), we will see, faster than we can imagine, parliamentarian neo-dictatorships more adapted than ever before, that at the same time tear away our emancipatory horizon. It is even more a fruitful moment because the political capitalist class lives trough a moment of almost complete delegitimation, that makes it more weak than ever.
If we fail, we will carry the responsibility. That will reflect our incapacity to be really capable of putting everything into play, to cut ourselves loose from all the old antique and void forms and to take the bet of the true revolution. If we triumph, the gratification will justify every previous sacrifice.
Cronos
Oct 11, 2011 Comments Off on About a few necessities
About a few necessities
It is beyond doubt that we’ve come to a point where there is much of ourselves to be discarded, to overcome and to re-understand. We could then try lifting ourselves beyond the swamp where the progress of capital and the deviation of pacification have driven us to. We could re-claim what is actually something obvious: we, as anarchists, have a revolutionary, and therefore insurrectional, perspective, which means projects that are going concretely towards that direction on a local as well as on an international level. During the last years, here and there, the urge was expressed for ‘the new, which keeps us waiting for it’ and ‘hypotheses which still have to be invented’, projectualities which can finally overcome the established borders. Maybe even something which could develop outside of the specific struggles we are undertaking (and probably will continue to undertake) in our own context. We are searching for something refreshing around the debate and agitation of our ideas in a general sense, those ideas which are in the end the base from which we depart: anarchy and social revolution.
What does this signify to us today? How do we talk about it? How can anarchy re-become a living, discussable, revolutionary possibility contrasting the current misery? If the classical model of insurrection and revolution is no longer up to date, then what is our perspective for a fundamental social upheaval today? What could a revolutionary practice correspond to today? What could be our qualitative contribution, being an anarchist minority, inside of the social conflictuality? In the every day situations as well as in times of unrest which will inevitably continue to burst out, with or without us. I think that the discussions and hypotheses, the agitation and projectualities concerning these matters should go beyond the specific context and be developed on an international level. The bookfair in Brussels 2011 could be a boost in that direction, but for this to happen, I think we first need to clear out some necessities…
About self-restraint and revolt
During the last decades, some kind of self-restraint was developed in the anti-authoritarian milieus, a certain attitude which gives us the impression one is not really taking his own ideas and revolutionary potential seriously. Nowadays, someone that trusts his own ideas and takes his responsibility in developing, for example concrete proposals to act, is often regarded with mistrust. The one that develops his own projectuality and dares to say that we could be able to provoke insurrections, is looked at in a sceptical way. This kind of events are deemed far away from us, they are deemed something dependant on ‘objective circumstances’. The sceptics are using these and other arguments to spread the idea of insurrection as being an abstract future event, and at the same time they forget that the preparation and experimentation of smaller and bigger insurrectionary attempts among anarchists has always been a method to propagate their revolutionary intentions. At least amongst the anarchists who were not able appease their desire for freedom with the ‘milieus libres’, or with waiting for a quantitative growth of some organisation. At least not amongst those who thoroughly believe that revolt is contagious, as well as solidarity. Those who, being oppressed amongst oppressed, wanted to spread their ideas in the struggle and didn’t want to wait for the moment that certain abstract ‘oppressed’ would start to fight.
Insurrectionary agitation is by far no invention of a few Italian comrades, who maybe put it a bit too much into a frame– not to say ideologized (however, it depends on whichever side you are looking at it, since it is not the formulation of a theory, but the decision of individuals who apply it in an ideological or schematical way, or not). The ‘anarchist insurrectionalism’ as it was theorized and put into practice in the Italy of the 80’s and 90’s sprung for the desire to keep the insurrectional practice alive in the times of social pacification. During times when an offensive anarchist discussion and movement was, to say it bluntly, absent in most other countries. This was its quality, which has been an inspiration to many comrades, especially during the last 10-15 years. But this is where we can find its limits today: the fact that these methods have been relatively and exclusively developed by some comrades in a specific context. A context with exact demands and difficulties, but which is too much unknown to me to allow me to speak about possible ‘mistakes’. A context which has nevertheless changed today. It would perhaps be more suitable to critically evaluate the experiences of ‘insurrectionalism’, instead of casting it all aside…
About language
To enable a more lively international discussion amongst anarchists, to me, it seems necessary to first of all find a language which corresponds to this need. A language which doesn’t intend to thin out the differences for the sake of a false unity, neither to sharpen them to the point of making all shared debate impossible. A language which avoids getting lost in metaphorical detours or rhetorical tussles, but which tries to express the essence in a clear way. It is only through this way that practicable hypotheses can develop. Also, only through this way we can give rise to projects which are alive not despite but thanks to the differences (differences which in the end exist between all individuals), by giving space to them inside of these projects, as conflicts. As some kind of engine for criticism and self-criticism. In the end what is important is that these conflicts are expressed in a clear way. Because it is a fact that too many of them are referring to personal stories, exploding in the rhetorical fight…
Then let’s talk about the language of our agitation. In times where the meaning of words is more than ever being deformed by power, we should maybe think well about the space left to interpretation in our pamphlets and posters, or about concepts difficult to understand or about vague concepts left open-ended. Too often we forget that for those who have not been occupied so much with subversive ideas, their references to words is mainly though the references given by power. If we want to chase away the deformations of power and find a proper language, I think this should be a simple and clear one. A language that calls a cat a cat, a language which can be shared amongst oppressed.
At this point as well I would like refer to Italy, where an anarchist agitation was present during the last decades which inspired many comrades in other countries, including their ‘way of writing’. Simply to pose the question; how far has the repression which has been tangible over the last years influenced the choice of words? For example the tendency to use metaphors instead of clearly pronouncing the things? And I am really not adverse to poetry, on the contrary, but isn’t the poetry of the poor often to be found exactly in its simplicity? What about the simple beauty of an Uncontrollable of the iron colon, the unrestrained directness of a Libertad, the non-biased intelligibility of a Malatesta?
Nothing to offer?
We have no program which allows passive membership; we have no patented solution that one could follow; there is no form, no practice, no way of living that we could praise as containing freedom as such. We don’t want to put forward the weapon as an ultimate way to salvation, as the trade-unionists do by promoting the strike, as the collectivists do by putting forward the assembly or those who glorify armed struggle. Because we think that it is the why and how that give the quality to the chosen means. By the same logic, we also don’t fight full of hope of reaching some expected, predefined situation. Because in this way we would be scarifying our life here and now, and we would inevitably end up disappointed. Freedom as an ideal is a tension, something to strive towards, but actually not something which you can reach, not something which you can build up and complete. Freedom is a social relation between individuals, in permanent construction; it is not a model, nor a scheme. Desire seeks for its expression according to the context. This is why indeed you could say that we have nothing to offer. Even if it was merely because a relation of offer and taker makes us sick. But the self-restraint mentioned in the beginning has developed some kind of caricature out of this completely correct conclusion: the mistrust for every confirmation of an idea, of a proposal, of a project, by immediately defining it as a political and converting logic.
This mistrust seems incompatible with the desire to bring our own dreams to reality, to confirm the our own ideas or to share them with others, to experiment with them, to develop them more deeply, to create new ideas and throw away others, all of this while walking on your own road and developing your revolutionary perspectives. No, the fact that we have nothing to offer doesn’t mean at all that we don’t have any proposals. Because as anarchists we have good proposals, probably the most promising that I know: to give joy to life and to demolish the walls which limit our imagination and perception of freedom. And yet these are proposals without guarantees, without certainties. They are proposals for which everyone who is inspired by them carries his own responsibility. Because it is only by this road that we can find accomplices, individuals who take the same direction as us, out of their own and free choice.
Let us therefore overcome this self-restraint and confirm with the self-confidence of revolutionaries that we have ideas to get rid of the misery to which the lives of so many people have been reduced. Ideas that are rich of countless experiences, in permanent development, ideas which we are all able to imagine.
Even when it is clear that the discourse in our specific struggles is a revolutionary discourse, I do think we need projects which can bring our ideas into circulation on a social level, in a relatively independent way from these struggles. Projects which give space to the question why and consequently to the question how we want to fight and life. Projects which do not only touch the ideas about an existence without domination, of the individual, of affinity, of self-organisation, of autonomy, solidarity, freedom, but which implement and deepen them again and again in different ways.
About revolutionary projectuality and internationalism
If a revolutionary is somebody who has his own projectuality, with a maybe a vague but a personal imagination of the steps to be taken that could be relevant for spreading subversive ideas and stimulating insurrectionary situations; if a revolutionary is not someone with a program in his pocket, but someone who has the impossible in his mind, who senses the possiblities step by step; if a revolutionary is someone who moves around a lot, who knows the international situations, the different conflicts and discussions, and yet, or maybe because of this knows his own context the best; if a revolutionary is someone who develops a perspective and in this perspective tries to realize subversive and offensive projects; if a revolutionary is someone that is driven by love for emancipatory ideas, by the dignity which is always blazing up during revolts and by the intuition of the destructive, creative strength which subverts (the only strength which can unchain a social revolution)- then it seems to me that today revolutionaries are hard to find.
It can be said that today there is no lack of unrest in many countries, but there is a lack of revolutionary practices. I don’t think that revolutionary practices signify following the ‘social movements’, neither the associating with the unrest which is anyways developing, but I do think it signifies being prepared for these unrests and having the capacity to act as revolutionaries, by which I mean to contribute in a practical way and in regards to the content, contributions that push them further.
This void is the unavoidable consequence of the self-restraint, and consequently of the lack of perspectives which has spread during the last decades. And, to say it once again, a perspective is not the same as a program; it is not a plan, but a certain imagination of the possibilities. This is why it is necessary to develop insurgent hypotheses which correspond to the current situation and which can feed this imagination. In those countries where the anarchist movement had only a little or even no continuity during the last decades, it seems there is a more fertile ground than in countries as Italy or Spain. In Italy or Spain the discussion was maybe uninterrupted, but it seems that today these discussions got stranded based on old conflicts or tended towards a thematic specialisation which seems to dominate anarchism. Therefore, it is important to mix the different contexts, experiences, considerations and perspectives. If we want to revive internationalism, we also have to revive the exchange, the travel and the encounter between comrades who try to develop a revolutionary projectuality. Such an internationalism wouldn’t need a formal expression, perhaps not even an accumulation of punctual moments of encounter during international gatherings (the need for this will make itself felt constantly), but especially a multiplication of projects and encounters across the borders, as well as a permanent mutual relations, in our practices and in our writings. It would mean the true elimination of the borders in our heads…
Proposal
My proposal would be to strive towards different anarchist journals, which would be only spread inside a country or language area. Journals which are written independently from each other, but which give importance to exchange, mutual relations and debate. The articles would be directed to the international anarchist movement as well as to the people on the street. It would not have the ambition of theoretical complexity, but would contain a simplicity and clearness in the articles. The weight would be put on the finding of a language for our ideas; on the attempts to describe and deepen them from all possible sides. Through analysis or hypotheses, with reason or with passion, through the every day events or through the big dreams, through the revolts of today or yesterday, through our words or through words that withered away a long time ago, or lastly through every instance in this rotten world where we perceive a spark of the life we wish. The ambition then would be to stimulate the thought of that completely other, of what freedom could be- to again spread a revolutionary perspective across all borders.
But let us remember that in times where internationalism was alive, there were diverse anarchist magazines circulating and feeding the debate in many countries. If today we take a look at the emptiness regarding magazines and the written word in general, if we have a look at the vagueness often present in our discussions, there is a conclusion which imposes itself. The conclusion that we probably first have to breach the inhibition for expressing our proper ideas in clear words. In this paragraph I have proposed to strive towards these kinds of magazines, meaning to start their development, but as well to give them the time they need for fertility. Because it seems to me that if they would only be the fruit of the few ‘writers of the movement’, they would be stripped of their potential…
∞
Oct 11, 2011 Comments Off on Utopia
Utopia
Há algum tempo que ando a pensar escrever sobre umas quantas questões, e depois de ler alguns textos parece-me que o assunto do qual quero falar é um sentimento partilhado por outros companheiros.
Gostava de falar sobre uma necessidade que sempre senti, uma necessidade que nunca foi satisfeita, mas que pelo contrário tem ocupado cada vez mais espaço nas minhas reflexões nos últimos tempos: estou a falar da Utopia. Esta ideia assombra-me com renovada e cada vez mais forte persistência, talvez porque a sua busca se tem lenta mas inexoravelmente tornado menos obsessiva nos corações do que podemos geralmente definir como o movimento anarquista. Pelo menos esta é a minha impressão.
Talvez desiludidos com os anos que são agora percepcionados como uma acumulação de fracassos, ou talvez cansados pelos golpes repressivos (mais num sentido moral do que físico) que são sempre uma possibilidade quando estás em luta, tudo isto para depois ouvirmos que de qualquer modo nunca seremos capazes de concretizar os nossos sonhos mais selvagens… parece-me que existe uma tendência de tentarmos o mínimo: mais vale ganhar uma pequena luta para dar ânimo do que lidar com mais um falhanço apontando à vitória final. Mais vale reconfortar parte desta existência miserável do que arriscarmo-nos a nunca melhorar nada durante a tentativa permanente de a subvertermos. O forçar constante para melhorar a nossa adaptação às situações com que somos confrontados está a superar a tensão que não nos permitiria adaptarmo-nos; o frenesim e a ânsia de fazer algo, de estar activos e sentirmo-nos vivos, arriscam tornar-se um substituto da análise e da crítica necessárias para desenvolver a nossa projectualidade. Acabamos então por fazer como os outros e por falar como os outros, pensando que o uso de outra linguagem nos tornaria incompreensíveis, ameaçando isolar-nos. Todos participamos nas mesmas lutas e fazemos também as coisas exactamente da mesma maneira, usando os mesmos meios que, a longo prazo, nos esterilizam e imobilizam, para então descobrirmos que estamos todos demasiadas vezes a correr atrás do que o movimento anarquista costumava ser; abortámos as nossas capacidades criativas, sufocámos a imaginação necessária para entrar nas lutas em que embarcámos…
E essas lutas, então? Como meio de alcançar algo mais vasto e maior, estas lutas correm o risco de se tornarem um fim em si mesmas, e é neste caminho que perdemos o rasto à Utopia. As ocasiões em que falo com companheiros sobre sonhos maiores são cada vez mais raras. Não me estou a referir a essas divagações que pomos de lado assim que deixamos de fantasiar, mas a uma sublime aspiração a perseguir, algo por que lutar, algo a concretizar. Para mim, a Utopia não é uma ilha na terra do nunca, mas algo que bombeia o sangue para o coração e para o cérebro, uma ideia que nunca dá tréguas; ela é a tensão que me empurra a agir e, ao mesmo tempo, a consciência que me permite superar o medo. A Utopia é uma das razões por que sou anarquista, pois ela é a única coisa que me oferece a possibilidade de lutar, não apenas por um mundo novo, mas por algo que nunca existiu antes. Esta é a minha Utopia: a tentativa de concretizar algo que nunca foi alcançado antes, a luta por um mundo que não é este, nem tão pouco o de há alguns milhares de anos. Algo que podemos tentar apenas através de uma ruptura insurreccional, um momento que é nada mais que a abertura de uma possibilidade, que me deixa olhar para um profundo abismo e ter vertigens, deixando presente a possibilidade de que nas suas profundezas poderá estar algo completamente fascinante assim como algo absolutamente terrível. Em suma, um salto para o desconhecido sem saber de antemão como é que a sociedade que desejo tem de parecer, partindo sim daquilo que eu não desejo.
Pensando o impensável, como condição prévia para tentar o impossível.
“Aquele que começa pensando sobre o final quando está ainda no início, aquele que precisa do sentimento de segurança para alcançar o fim ainda antes de começar, nunca chegará lá.”
A. Libertad
Oct 11, 2011 Comments Off on A velha história internacionalista
A velha história internacionalista
Dando uma olhadela aos tempos da primeira Internacional a das primeiras irmandades revolucionárias que nesses tempos eram capazes de estimular e avivar uma permanente tensão insurreccional além fronteiras, diz-nos muito sobre a situação paradoxal que vivemos hoje. Nunca antes houve tantos meios de transporte, de viagem e comunicação, nunca antes foram as circunstâncias em diferentes países tão parecidas e, contudo, parece que nós, anarquistas e revolucionários, nunca estivemos tão agarrados à fronteiras estatais. Paradoxalmente, parece que a globalização da dominação anda de mão dada com a desinternacionalização dos seus inimigos declarados.
Não é que todos os restos da velha história internacionalista tenham sido varridos, mas sejamos francos: é uma situação miserável. Não somos capazes de ir além de umas palavras solidárias e, no melhor dos casos, de alguma partilha de experiências e projectualidades. Dar uma simples olhada às vergonhosa falta de perspectivas em redor das insurreições no mediterrâneo (ou, se preferirmos, relativamente à revolta de Dezembro de 2008 na Grécia) basta para nos apercebermos disso.
Ao mesmo tempo que a dominação transformou a comunicação numa mercadoria, em instrumento de estupidificação e alienação, degradou também o sonhos do internacionalismo revolucionário. Hoje quase parece que o único internacionalismo num âmbito anarquista exista na rede global de distribuição de pssividade, através de uma interminável corrente de informação que se torna incompreensível (por er sido separada do seu contexto e de toda a vida), intocável (porque destinada ao simples consumo diante do écran) e volátil (porque imersa num autêntico bombardeamento de dados). Também toda a experiência de tempo e espaço é profundamente alterada. Aquilo que hoje é ainda novidade, amanhã é esquecido. E quanto mais o lá chega cada vez mais rápido cá através dos canais de informação, menos o cá parece capaz de dialogar com o lá. Numa renovada perspectiva internacionalista tem, sem dúvida, uma necessidade urgente de desenvolver um novo modo de experimentar e conceber o tempo e o espaço. Se não, estará condenada a florir apena sno tempo e espaço da dominação. Podíamos mesmo fazer um paralelismo com a velhinha Internacional: naqueles tempos o estados-nação estavam em pleno crescimento e a criação de um espaço internacional era por si só já uma ruptura com a dominação.
De que modos pode o internacionalismo, a solidariedade revolucionária internacional, tornar-nos novamente uma força que deixa para trás a sua actual mutilação tecnológica e activista? Deveríamos uma vez mais confrontar esta questão, a não ser que achemos que o entrincheiramento universal da dominação requeira um enraizamento local microscópico dos seus opositores.
Há não muito tempo alguns anarquistas tentaram criar uma espécie de nova Internacional, tentativa que colapsou prematuramente. Pensamos que a reavaliação do internacionalismo não começa com nenhum tipo de organização formal (ainda que se declare informal), mas através da multiplicação consciente de oportunidades, em discussão assim como em luta. Não sabemos apenas o quão importante e estimulante é a partilha de experiências de luta. Se é verdade que a instabilidade social continuará a aumentar nos tempos que aí vêm, e se é verdade que o período de 30 anos de paz no continente europeu está a chegar ao fim, sem dúvida que o desnvolvimento de hipóteses se torna novamente interessante. Ao lermos os textos que circulavam pelas irmandades anti-autoritárias durante a altura da Internacional, quase se pode dizer que havia uma obsessão por hipóteses, uma sensibilidade permanente (em termos teóricos e práticos) relativa ao horizonte social, atenta a oportunidades para acender o rastilho e preparar a insurreição. Hoje, não é somente a sua vontade revolucionária nem o seu indomável entusiasmo que nos tocam; é também a coragem que tinham em poderem estar errados, em perder, em sofrer uma derrota (ou antes uma série de derrotas). Quando hoje em dia não estamos dispostos a bater com a cabeça nas paredes (o que é uma consequência sempre possível ao trazermos desejos utópicos para o olho da tempestade), bem podemos ocuparmo-nos com a pura contemplação dos acontecimentos. Porque a complexidade dos conflitos vindouros; a tensão, como alguns descreveram, entre guerra social e guerra civil; a perda de linguagem para exprimirmos ideias e sonhos; a profunda e inegável mutilação de indivíduos já não são meras previsões, tornaram-se factos. Cabe-nos a nós descobrirmos a coragem de sonhar, de nos atrevermos a viver a tensão tentando trazer os sonhos à vida, elaborando-os em hipóteses revolucionárias e insurreccionais; brotem elas de uma situação prestes a explodir, ou de uma luta específica que chegou a um ponto de ataque, ou de uma corajosa tentativa de insurgência contra a marcha da matança e da guerra civil,…
Um exemplo pode ajudar a clarificar. As insurreições do outro lado do Mediterrâneo forçaram e abriram temporariamente os portões da Europa. Dezenas de milhares de pessoas cruzaram ilegalmente as fronteiras e muitas delas ainda com o doce sabor da revolta. Relativamente a esta situação completamente nova e imprevisível, não basta levarmos as nossas receitas já conhecidas de lutas contra centros de detenção, contra as fronteiras. Armados com as nossas experiências de luta, podíamos ter sido capazes de realmente e concretamente pensar sobre uma hipóteses que poderia, através dessas dezenas de milhar de pessoas, ter trazido de facto a insurreição para o continente europeu. E isto com os períodos insurreccionais na Tunísias, no Egipto,…: que iniciativas poderiam ter sido levadas a cabo para acender a chama da insurreição aqui, ou como, de forma mais modesta, podíamos ter defendido e apoiado as revoltas lá? Porque é que, aparte o simbólico, não ocupámos real e definitivamente as embaixadas desses países e expulsámos os embaixadores que, particularmente no caso da Líbia, estavam activamente a recrutar mercenários para matar os insurgentes? Suponho que isto clarifique a necessidade de uma abordagem internacionalista a possíveis hipóteses. Vejamos de outro modo. Quantas vezes, no decorrer de lutas específicas, não nos deparámos com momentos em que pura e simplesmente nos faltaram os companheiros suficientes (quantitativa assim como qualitativamente) para tentarmos o que parecia possível? Não nos iludamos, durante várias insurreições na Europa, nunca foram unicamente os companheiros a viver nesse local que estiveram envolvidos! Quantas vezes podia o apertar da repressão durante uma luta específica (aumento da vigilância sobre os companheiros envolvidos, pressões, limitação de movimentos e perda de tempo a lidar com os cães de guarda do Estado) ter sido aliviado pela chegada e estadia temporária de uns poucos outros companheiros? Penso que devíamos afrontar estas questões sem a prioris nem medos, e procurarmos possíveis caminhos. Podemos imaginar experimentar formas internacionais de coordenação sem cairmos em declarações formais, congressos oficiais ou, o que de alguma forma é o reverso da medalha, em conspirações secretas que apenas alimentam os fantasmas do internacional dos inquisidores. Talvez pudessemos, po exemplo através de um buletim regular de correspondência, considerar o desenvolvimento de uma tempo e espaço nossos que não mais dependessem dos canais de informação que carregam consigo o repugnante cheiro do poder.
Sem dúvida haverá muito mais para dizer sobre este assunto. Estou consciente de que este texto está só a lançar umas pedras para águas paradas, mas resta a esperança de que possam contribuir para uma discussão que ouse abrir algumas possibilidades.
Um viajante
Oct 11, 2011 Comments Off on Numa jaula de dogmas…
Numa jaula de dogmas…
Não foi somente a pacificação social que manteve a nossa imaginação revolucionária numa camisa de forças durante anos e anos. Não foi somente o mundo do poder e do dinheiro que sufocou os nossos mais selvagens e irredutíveis desejos e os trocou por mercadorias de consumo imediato. Não foi somente o papaguear das opiniões democráticas que que impediram as nossas ideias de crescerem e se alastrarem. Da mesma forma que não foi simplesmente a reacção em toda o nosso redor a amordaçar-nos a boca e a fazer-nos engolir as palavras, os pensamentos e os desejos mais profundos.
Também foram as doutrinas do nosso próprio movimento a amarrar-nos as mãos, a meter-nos uma mordaça na boca, a pôr-nos uma lápide às costas. Durante demasiado tempo aceditámos que “a propaganda” era algo de mau, porque por certo não nos queríamos assemelhar a Estaline ou a Hitler. Durante demasiado tempo pensámos que não podíamos difundir as nossas ideias, com medo de parecermos missionários. Tal como lançámos água ao vinho anti-autoritário, para não ofender ninguém. Durante muito tempo, demasiado tempo, pusémos uma venda nos olhos e acreditámos que as nossas ideias não são acessíveis, não são compreensíveis pela “massa”. Pusémos de lado o facto de o nosso percurso de libertação tinha começado com o desejo individual de liberdade e de experimentação, e que o confronto com as ideias anti-autoritárias nos deu um forte impulso. Fechados nos nossos guetos, pensando sermos enorme e infinitamente diferentes de todos os outros. Que os traços destes guetos estejam ainda presentes num jovem movimento que daí se libertou não surpreende. Não surpreende, mas não deixa de ser uma merda. Estes traços são um obstáculo a sairmos com orgulho, a partirmos visceralmente de ideias anti-autoritárias, como anarquistas, para o mundo e à luz do dia. Os gueto fizeram com que não sejamos mais capazes de exprimir aquilo que temos cá dentro, considerando-nos a nós próprios como marginais. No interior dos guetos é proibido pensar, pois isso é coisa de intelectuais. É proibido escrever, porque só os académicos é que o fazem. E desta forma começámos a modificar as palavras segundo a pessoa com quem falávamos, levados para onde o vento soprava, sempre levados para onde o vento soprava.~
Para todos os que à noite fantasiavam sobre a revolução, era difícil manter este sonho vivo. Porque em nosso redor o mundo tornava-se cada vez mais totalitário. Alguns companheiros diziam que devíamos enterrar os nossos sonhos de jovens, pois de nada valia mantê-los. O desejo de revolução, dizia-se, limitava-se a esperar pelo acto final. Falar de um desejo de revoluçã era também proibido, pois isso era dar contos de fadas às pessoas, era como vender-lhes um grande saco cheio de ar. Alguns companheiros decidiram que não queriam esperar mais mas esqueceram-se de que isso não significava que tinham de por o nosso sonho revolucionário no armário. Agir no aqui e agora por vezes reduz-se a aproveitar o dia, e pronto. Carpe diem não quer dizer que não haja futuro. Além do mais, a conquista do aqui e agora é o único caminho que nos poderá levar a um futuro livre. E é por isto que estamos a lutar.
E assim aconteceu algumas coisas serem emparedadas nas nossas cabeças. Começámos a acreditar que não podíamos fazer propostas aos outros, aos que não pertenciam ao clube. Pelo simples facto de não querermos ser políticos, autoritários. Sabíamos que a auto-organização nos estava enraizada nos corações, mas não queríamos enriquecer outros com as nossas experiências, púdicos que éramos. E assim esquecemos que talvez houvessem outros que nos podiam enriquecer. Construímos blocos de cimento à volta dos pés, com medo de sermos algo que não queríamos ser (e que de qualquer modo não somos).
Dogma atrás de dogma, um outro se juntou à lista. Foi-nos dito que não devíamos ficar demasiado entusiasmados ao ouvir notícias de revoltas, devíamos ter em mente, e por vezes mesmo dizê-lo, que essas revoltas não eram revoltas anarquistas. Não somos muito fãs das massas, em luta não ficamos à espera até ao dia em que supostamente já somos suficientes, preferimos caminhos individualmente partilhados do que uma anonimidade colectiva, preferimos o desenvolvimento de ideias libertadoras do que uma vaga confusão que cresce e se torna terreno fértil para novos líderes, mas… um grupo alargado de pessoas não é necessariamente uma massa, pode bem ser um grupo de indivíduos. Não faz sentido denegrir uma revolta porque vem de um grupo grande de pessoas. Julgar os seus actores de forma externa e com instrumentos de medida anarquistas transforma o anarquismo numa opinião lamentável e paralizante, rouba-lhe a vivacidade da luta.
E por fim, volta volta e meia vem a solidariedade: em vez de se tentar devolver-lhe o seu conteúdo revolucionário, foi transformada em activismo.
… o vento da insurreição ajuda-nos a libertarmo-nos…
Os recentes acontecimentos avivaram algo dentro de nós. Em muito de nós brilha este sonhos antigo: lutar pela liberdade. Semi nus, mas cada um de nós com a sua própria bagagem de experiências, tentamos reflectir sobre insurreição, e sobre revolução. Muitos dizem que os levantamentos populares no Norte de África e Médio Oriente não nos dizem respeito. Por que nos haveríamos de preocupar com coisas a acontecer em continentes onde não estamos? Antes de mais, esclarecer só que não estamos a falar apenas de eventos, mas de levantamentos populares, de pessoas que se organizam, que se direccionam contra o poder, contra a opressão em que vivem há anos. Se os anarquistas não somos capazes de nos reconhecermos neste acto, mais vale questionarmo-nos onde está o nosso gozo na luta, ressequido pela falta de desejo. Em segundo lugar, somos internacionalistas, e portanto devíamos erradicar as fornteiras que o cada vez maior nacionalismo cavou nas nossas cabeças. Além do mais, estes levantamentos têm um certo carácter mágico, também para nós, aqui e agora. Estes levantamentos reavivaram a ideia de insurreição. Esta gente brava do outro lado do Mediterrâneo e noutros locais ajudaram-nos a quebrar os muros do nosso horizonte, e não só os do nosso. Na cidade onde vivemos, a palavra revolução encontra hoje um eco anteriormente desconhecido. Afinal, ninguém pode negar que a situação por estas bandas não está intimamente ligada à situação lá. Não só são os políticos e os capitalistas os líderes em toda a parte, a nossa situação está ligada à situação lá independentemente de onde lá é. Os levantamentos no Norte de África, por exemplo, romperam por momentos os portões da Europa Fortaleza. A queda de Ben Ali e Moubarak, a ameaça armada ao poder de Qadhafi, traduzem-se também no desaparecimeno da autoridade que ajudou a Europa a salvaguardar os seus sagrados portões, ainda que temporariamente. Lampedusa enche-se, Berlusoni destribui vistos temporários, a França pára combóios na fronteira, em Paris Tunisinos ocupam prédios, A Bélgica pede uma intensificação dos controlos de fronteira, e por aí fora. A situação nos países em que vivemos está a mudar de facto devido aos levantamentos.
Ao mesmo tempo, algo fermenta no continente Europeu. Protestos contra as medidas de austeridade e o desmantelamento final do estado social como o conhecemos. De Portugal a Espanha, passando por França, Inglaterra, Croácia, Sérvia, Albânia, Grécia. Por toda a parte na Europa há muitos que vêem os sonhos em que foram feitos acreditar ( trabalhar muito, consumir, reforma e uma vida inteira de poupanças, para um merecido tempo de descanso) somem no ar. Podíamos ver os sinais de um desastre, e ficarmos paralizados no pensamento de que este momento histórico culminará a aumentar o ódio aos estrangeiros, presente em todo o lado. Pogroms, deportações em massa, e quem sabe que mais. mas existe também a possibilidade de que os eventos recentes despoletem algo diferente, algo que não seja proteccionismo nem racismo. Existirá uma possibilidade de que estas situações voláteis e potencialmente explosivas comecem a interagir umas com as outras?
Um outro cenário é um que há anos tem vindo a fermentar:a construção de novas prisões e campos de deportação em todo o lado, a instalação de câmaras, a expansão do controlo e do aparelho repressivo, a invasão de tecnologias de controlo na totalidade da “vida social”. Uma reposta dada pelos estados à insurreição é obviamente: repressão. Mas o momento de um levantamento abre muitas possibilidades, sendo as fugas de muitos presos durante os últimos meses sinal disto. Torna-se fácil desmantelar as infraestruturas repressivas do inimigo durante um levantamento. É verdade que estão a fazer experiências em todo o lado para manter as metrópoles sob controlo, mas e se a rede de câmaras deixar de funcionar? Não existem metrópoles em que os polícias sejam amados, não existem metrópoles que possas dizer que estão totalmente sob controlo do estado.
… e a devolver o conteúdo às nossas práticas …
Houve tempos em que certas palavras e práticas não podiam ser separadas do seu conteúdo revolucionário. Parecia tão fácil falar sobre o mundo com a ajuda de ideias anarquistas.
Houve tempos em que as ideias e as práticas anti-autoritárias dirigidas para a concretizaçãi das nossas ideias estavam completamente vivas.
Hoje as pessoas podem considerar a solidariedade com revoltas e com companheiros presos como activismo, quando na verdade a solidariedade é parte essencial de toda a insurreição e revolução, assim como de todo o projecto revolucionário. Quando os insurgentes numa cidade vêem para as ruas em solidariedade com outra cidade, isto não deveria suscitar grandes questões. É uma parte necessária da prática revlucionária.
Ainda assim, hoje ficamos por vezes emaranhados em intermináveis e pantanosas descrições de todos os males deste mundo. Por exemplo, agimos, logicamente, após um assassinato policial, mas muitas das vezes não vamos mais além do que afirmar que somos contra a prisão, contra a polícia e contra o estado. Não partilhamos o fundamento da nossa vontade: de agir com outras pessoas, do nosso desejo de um mundo sem autoridade. Na cidade em que vivemos, por exemplo, quase não existe ninguém que goste de bófias, ou da prisão. Continuarmos a repetir que somos contra a prisão não nos vai ajudar grande coisas a ir mais além neste caso. Temos mais a dizer, muito mais.
Além disso, o facto é que hoje em dia grande parte das caras dos inimigos do estado se tornaram reconhecíveis por muitos, com os quais podemos falar sobre muitos outros assuntos. Sobre assuntos que estimulem a subversão da sociedade.
… numa luta armada de uma perspectiva revolucionária …
De que é que precisamos para uma insurreição ou revolução? De que é que precisamos para nos apropriarmos, e que apropriação podemos estimular? Como podemos fortalecer a imaginação revolucionária? como podemos tornar as ideias e práticas anti-autoritárias imagináveis e vivas? Como podemos assegurar-nos de que partimos de uma base sólida, uma base de qualidade e não de quantidade. Como podemos avivar a conflitualidade existente e nela misturar as nossas ideias? Como podemos estimular a auto-organização com base na afinidade e, assim, estimular a solidariedade? Como podemos deixar as fronteiras para trás e tornarmo-nos internacionalistas? E o conhecimento das terras em que vivemos? Podemos experimentar outros modos de luta que não a luta específica? Como pode a luta específica interagir com os conflitos actuais que se desenvolvem fora desse local específico? Podemos estimular e levar para a frente esses momentos em que as linhas se tornam claras, as linhas que dividem aqueles que lutam em defesa da autoridade daqueles que lutam contra ela?
Um projecto com uma perspectiva revolucionária não procura vitórias, pois é um evento permanente. Mas isto não significa agir sem pensarmos. Pensar sobre onde, quando e como não pode e não devia ser relegado para o canto da “simples teoria”.
A realização concreta de uma luta com esta perspectiva difere de contexto para contexto. O uso consciente de métodos depende da escolha dos companheiros, assim como do contexto em que estão a agir. Muitos de nós experimentámos muitos meios; cabe-nos a nós pensar de que modo os queremos usar.
Começámos a notar que a palavra revolução é dita por muitas bocas diferentes, e o conteúdo das suas revoluções muitas vezes assusta-nos e afasta-nos (estamos fartos dos indignados e da sua infindável capacidade de recuperação). Quando falamos de revolução, não podemos separar isso das ideias que a inspiram. Revolução sem conteúdo é uma carapaça perigosa, mas isso não implica que devamos deixar de enfrentar os desafios actuais. Esses desafios estão aí. Saltam-nos à vista. Não vamos deitar água no nossos vinho, mas compreender que a situação não é preta ou banca (há apenas uns poucos anarquistas, mas muita gente que deseja liberdade e que está farta desta existência desastrosa) permite-nos tentar, decobrir. Temos sem dúvida algo a dar. Anos de experiências de luta (seja nos movimentos de ocupação ou em lutas específicas, por exemplo, contra os centros de detenção), de experimentar meios, de procurar constantemente novas possibilidades, ângulos de abordagem, de desenvolvimento de afinidades e ideias,… tudo isto não é para nos congratularmos, mas para pôr em questão como é que é possível que, de cada vez que alguém na rua nos pergunta “o que é que podemos fazer?”, fiquemos parados a olhar sem saber o que responder. Nós, obcecados pela questão de o que podemos fazer, não somos capazes de a levar a sério…
Do desejo mais profundo, um mundo de liberdade
Oct 10, 2011 Comments Off on Pour suivre notre rêves
Pour suivre notre rêves
Chacun de nous a une physionomie et des aptitudes spéciales qui le différencient de ses compagnons de lutte. Aussi, ne sommes-nous pas étonnés de voir les révolutionnaires très divisés quant à la direction de l’effort.
(…)
Mais nous ne reconnaissons à personne le droit de dire : “ Notre propagande seule est la bonne ; hors la notre pas de salut “. C’est un vieux reste d’autoritarisme né de la raison vraie ou fausse que les libertaires ne doivent pas supporter.
Émile Henry.
En regardant autour, on ne peut que ressentir un mouvement d’agitation de joie en voyant que plusieurs se rebellent contre le statu quo. Qui, fatigué d’avaler l’oppression quotidien d’habitude essaye de se soulever contre la domination, il ne peut que nous émouvoir viscéralement à ressentir quelque chose en commun avec nos désirs. Enfin, les tant attendus incendies de révolte sont éclatés, et nous ne devrions pas être pris au dépourvu. Nous devrions être capables de les analyser avec tout ce que ça implique, en prenant le courage et l’audace des insurgés ainsi que leurs limites, en insistant sur ce qui nous unit ainsi que sur chaque différence.
Sera à partir de nos souhaits que nous préparons un “comment”, un “où” et “quand” nous voulons être là, tenant fermement à nos aspirations. Créer la possibilité de développer des perspectives révolutionnaires, discuter, prendre le temps et l’espace pour le faire, sans doute, conduit à une croissance et à un enrichissement. Savoir interpréter les événements, ainsi que savoir comment aller au-delà, pour faire face au problème de la façon dont tout ne se termine pas rapidement, ou comment une insurrection ne se transforme pas en guerre civile, tout ça peut nous ouvrir les portes de la conception du Notre intervention dans les luttes existantes qui sont en train de se propager. Il serait nécessaire être capable de perpétuer dans le temps et l’espace, ces moments intenses, mais éphémères, de fracture. Éviter, comme cela arrive souvent, que la lutte puisse rester piégés dans son caractère spécifique et il faut mettre en évidence comment une lutte partiel puisse devenir une occasion d’agir comme une tête de bélier pour renverser l’existant et seulement si nous arrêtons dans les revendications, nous pourrons tendre vers notre fin.
Il nous semble donc opportun, s’attarder sur la manière dont certains anarchistes se sont rapportés à tout ça, pas pour se bloqués dans une critique mais comme une opportunité de réflexion et de dépassement.
Le débarquement en continu avec un plus grand nombre d’hommes et de femmes qui échappent à la pauvreté ou la répression brutale dans leur pays, s’intègre dans un équilibre déjà fragile. Les révolutions dont ils ont été les artisans, souvent nous emmènent à penser à un moyen pour les transporter avec leur “travail de rénovation”, ici en Europe, en leurs donnant le rôle de “sujet révolutionnaire” que probablement ils ne se sentent pas et ne ils ne veulent pas. Les inquiétudes frustrées, de faire cette révolution dont quelqu’un a toujours rêvé, donnent des théories complexes et abstrus de raisonnement sur la peau de ceux qui ont assez d’une vie qui n’est pas simple, il cherchent très probablement un paix qu’ils ne pourront pas trouver ici. Bien sûr, pas tous sont en quête de paix et cela pourrait ouvrir la perspective d’un conflit social plus aigu, mais il n’est pas sure que il se produira nécessairement comme nous l’espérons.
On a essayé par tous les moyens de trouver un canal de communication avec ces personnes. On a essayé par tous les moyens à agir comme interlocuteurs, en s’improvisant, dans la plupart des cas, comme promoteurs d’un assistanat stérile. On a estimé de faire propagande de la méthode de l’auto-organisation en devenant des «gestionnaires» de leurs besoins, créant ainsi l’illusion de relations qui les rapprochent à des instances anti-autoritaire. Ce qui est recherché en eux est une radicalité qui s’échappe dans cet étang d’immobilité causée par la richesse relative que nous, malgré nous, imprégnés.
Les enfants de la révolutions du Maghreb, se sont soulevés pour des raisons qu’ils se sentent appartenir,ils ont brisé les dictateurs qui les opprimaient depuis des décennies. Ils ont détruit les prisons et les tribunaux, les commissariats de police et les casernes. Ici ils ne se battrons pas pour le renversement du régime démocratique, n’ayant aucune connaissance, il sera facile, comme c’est déjà arrivé plusieurs fois, ils lutterons pour un minimum de reconnaissance et de droit. Ce qu’est entièrement compréhensible.
Au bord de la démocratie occidentale, dans la quelle une illusion de richesse relative maintienne comprimé millions de personnes entassées dans des ghettos périphériques, ces dernières années, il y a eu des émeutes de plus en plus fréquentes. Les jeunes des banlieues des grandes villes, ont décidé de donner libre cours à leur colère, le désordre se répand largement, les pillage des magasins, les affronter avec les flics, ils ont détruit, ils ont brûlé, ils se déplacent facilement en petits groupes, en mettant au fer et du feu, tout ce qui est sur leur chemin. Mais que veulent-ils? Certes, ne ils ne se battent pas pour une révolution qui bouleverse les rapports sociaux existants, avec des hiérarchies et de l’exclusion , des hiérarchies, et de rôles, en effet, il se nourrit leurs quotidien. Leur colère est une expression de possibilités niés, de la frustration de sentir inaccessibles tous les inclusions possibles. Leur colère vient du fait qu’ils avaient entrevu si étroitement au bien-être qui sont alors systématiquement enlevés.
Qui est né sous l’étoile de la mauvaise couleur, ceux qui n’ont pas d’une autorisation accordée, ceeux qui sont que des chiffres simplement anonymes, ceux qui ne comptent pas, ceux qui n’émergent pas depuis des générations, ils choisissent d’exprimer leur colère et devenir incontrôlables.
Nous les avons vus “jouer”, et le fait que nous ils ne plaisantent pas nous a fasciné. Nous avons voulu prendre part à leurs festivités et aller au-delà des incendiaires, mais nous savons que nous serions des étrangers, des intrus. Se conformer à quelqu’un qui est éloigné de nous, avec leurs contraintes culturelles et religieuses est au moins absurde, aussi absurde que cela leur attribuer des perspectives qui sont les nôtres.
Les luttes de ces derniers temps, se sont produits en réponse à un État-providence qui a des problèmes pour rester incontestée, ils ont un caractère partiel et ont tendance à garder. Vous pouvez voir les divers mouvements visant à préserver leur emploi, d’autres le droit d’étudier, dans de nombreux le droit à l’avenir, ceux qui veulent assurer leur retraite, ceux qui veulent préserver un air qui ne tue pas trop rapidement ou un territoire pas trop dévastée. Diverses catégories sociales des groupements de nature territoriale commencent à se faire sentir avec de plus en plus d’insistance. Travailleurs épuises occupent les usines et vont dans les rues, plus timides que les étudiants qui ont donné des jours de soulèvements qui semblait difficile de faire revenir à la normale, chaleureux habitants se sont passionnément opposés aux déchets et aux décharges, à la construction d’autres routes et voies ferrées.
Le régime démocratique ne fonctionne pas comme il devrait il est incapable d’assurer le bien-être minimum au quel il avait habitué, la peur de perdre quelque chose pousse tout le monde, même les citoyens les plus loyaux à prendre la route, et à grimper sur les toits pour se mettre en colère.
En ces temps de renouvellement continuel, tous doivent s’adapter, doit être rajeuni. L’état actuel de la société a conduit à un niveau d’aliénation si omniprésente que les individus ont été infectées profondément, dans les interstices de leur esprit. Nos aspirations à une vie autre sont devenus incompréhensibles et absurdes, afin de ne pas permettre une communication plus facile. Les anarchistes n’ont pas réussi à suivre le rythme avec le temps, certains pensent.
D’autres, cependant, commencent à penser que la critique anti-autoritaire était allée trop loin, et que en suivant leur propre chemin théorique et pratique, ils ont couru quand en fait il fallait marcher, permettant ainsi les masses de suivre. Simple, dynamique, abordable, gagnant ainsi la reconnaissance et la crédibilité, c’est ici que les anarchistes ont été complètement conquis par la logique de la quantité. Trop nombreux ont cru que l’intervention dans les mouvements sociaux devrait ressembler de plus une campagne enfermé dans une spécificité que la rapproche à la compréhension du massif et facilement à une victoire tangible. Trop nombreux ont été camouflée, en essayant d’être un peu plus humble, à partir du contenu anarchistes à quelque chose de plus limité et ciblé à l’occasion. Être un peu plus propice, seulement au détriment de certains détails un peu trop hardi, ils pourrons ri-proposer plus tard, quelqu’un a pensé être en mesure de diriger ou d’intégrer les luttes partielles revendicatives. Il nous arrive de rencontrer un nombre croissant de ceux qui nous disent que nous avons maintenant la possibilité de faire à nombreux ce que ne nous ne pourrions pas en quelques-uns. En estimant que ce qu’ils peuvent faire taire et ce qui différencie et les aspirations les plus profondes, ils se sont convaincus que la forme est suffisante pour exprimer le caractère radical de la lutte et le nombre pour la rendre plus forte, dans l’illusion d’un consensus. Il y a à faire, trop à faire – disent-ils – pas de temps à perdre dans des discussions inutiles, qui ne créent que des divisions. Il est temps d’être ensemble.
L’affinité, qui était autrefois considérée comme essentielle pour organiser l’action, elle est maintenant considérée comme un bibelot curieux, quelque chose comme un ornement fantasque, belle à voir, mais avec peu d’utilité. Enfin, quand les eaux commencent à s’agiter en annonçant une tempête possible, elle est mis de côté, reléguée au grenier avec tout ce qui peut être un obstacle à l’harmonie avec le sujet révolutionnaire du moment. Certainement elle peut pas trouvé d’endroit où l’assemblé general est à la recherche d’un langage commun et des intentions partagées. Là, où la majorité a toutes les raisons et l’individu n’est rien. Lorsque le consentement jure avec le désir.
L’individualisme est devenu synonyme de la solitude, d’autisme en raison de l’incapacité de comprendre ou même se faire entendre, notre critique est devenue un signe de fermeture, l’expression de l’intransigeance extrême contre ceux qui nous aurions du tolérer, ou apprendre à gagner .
Pour nous, se considérer uniques n’est pas inconciliable avec la possibilité de lutter ensemble, entraîné par le moteur de la liberté. Nous ne voulons pas attendre que les masses soient “conscientisées”, nous ne voulons pas avoir à attendre la permission et les temps pré-etablits pour critiquer et pour agir. Lorsque nous voulons nous associer à quelqu’un d’autre pour nous, ça ne doit pas être déterminé par l’opportunisme, ou par la solitude ou un sentiment d’impuissance, mais d’une harmonie réelle et réciproque de la méthode et du but. Sinon, nous préférons continuer sur notre chemin, peut-être plus long et solitaire, mais c’est vraiment pour notre révolution.
Nous ne voulons pas séparer le contenu de ces pratiques, parce que nous croyons que la méthode doit être une expression du monde que nous voulons, un monde sans autorité, ni délégation, sans aucune concessions
ou de compromis, mais un monde d’individus qui peuvent être et seront déterminés. Nous croyons que nous n’avons pas besoin de déplacer ou de guider personne, nous nous sentons des messagers de nos voix, promoteurs de nos tensions, qui sont difficiles à concilier avec les accords, quel que soit le nombre et l’autorisation, nous aimons penser que nôtres affins , qui voudront subvertir cela existent, nous allons les trouver le long du chemin, ne pas les chercher obsessionnelle ment, mais nous nous les retrouverons avec un mouvement réciproque pour arriver à toucher nos rêves. Nous aimerions être en mesure d’infliger des coups à l’actuel système de domination, désireux de découvrir l’ensemble de ses points focales, en profitant de toute la vulnérabilité et l’interruption de sa routine. Nous pourrons profiter des étincelles, nous allons également nous réchauffer autour du feu, mais nous voulons plus et cela ne se produira que si nous nous soucions de le faire.
Deux individus en-dehors